maanlicht
Dutch (Brabantic)
noun
Definitions
- moonlight
Etymology
Compound from Dutch, Flemish maan (moon, Moon) + Dutch, Flemish licht (light).
Origin
Dutch (Brabantic)
licht
Gloss
light
Concept
Semantic Field
Food and drink
Ontological Category
Action/Process
Kanji
光, 明
Emoji
⚡️ 🌛 🌜️ 🌩️ 🏮 💡 🔦 🕯️ 🚥 🚦 🚨 🪶 ⚡️
Timeline
Distribution of cognates by language
Geogrpahic distribution of cognates
Cognates and derived terms
- light English
- moon English
- moonlight English
- moonlight tower English
- moonlighter English
- Maneblusser Dutch, Flemish
- allicht Dutch, Flemish
- bloedmaan Dutch, Flemish
- devotielicht Dutch, Flemish
- dwaallicht Dutch, Flemish
- inlichten Dutch, Flemish
- kaarslicht Dutch, Flemish
- knipperlicht Dutch, Flemish
- kunstlicht Dutch, Flemish
- kunstmaan Dutch, Flemish
- licht Dutch, Flemish
- lichtbeeld Dutch, Flemish
- lichtbreking Dutch, Flemish
- lichtekooi Dutch, Flemish
- lichtelijk Dutch, Flemish
- lichtgas Dutch, Flemish
- lichtgewicht Dutch, Flemish
- lichtinval Dutch, Flemish
- lichtjaar Dutch, Flemish
- lichtknop Dutch, Flemish
- lichtkracht Dutch, Flemish
- lichtkroon Dutch, Flemish
- lichtlichaam Dutch, Flemish
- lichtpunt Dutch, Flemish
- lichtreactie Dutch, Flemish
- lichtsabel Dutch, Flemish
- lichtschip Dutch, Flemish
- lichtsnelheid Dutch, Flemish
- lichtstraal Dutch, Flemish
- lichttoren Dutch, Flemish
- lichtvat Dutch, Flemish
- lichtvervuiling Dutch, Flemish
- lichtvoetig Dutch, Flemish
- lichtzinnig Dutch, Flemish
- lichtzwaard Dutch, Flemish
- maan Dutch, Flemish
- maanbeving Dutch, Flemish
- maaneclips Dutch, Flemish
- maankop Dutch, Flemish
- maanlander Dutch, Flemish
- maanlanding Dutch, Flemish
- maanlandschap Dutch, Flemish
- maanoog Dutch, Flemish
- maansikkel Dutch, Flemish
- maansondergang Dutch, Flemish
- maansopgang Dutch, Flemish
- maansopkomst Dutch, Flemish
- maansverduistering Dutch, Flemish
- maanvis Dutch, Flemish
- maanzaad Dutch, Flemish
- maanziek Dutch, Flemish
- manenrob Dutch, Flemish
- maneschijn Dutch, Flemish
- noorderlicht Dutch, Flemish
- ondermaans Dutch, Flemish
- pillicht Dutch, Flemish
- poollicht Dutch, Flemish
- schemerlicht Dutch, Flemish
- stoplicht Dutch, Flemish
- straatlicht Dutch, Flemish
- supermaan Dutch, Flemish
- theelicht Dutch, Flemish
- toelichten Dutch, Flemish
- tweelicht Dutch, Flemish
- vederlicht Dutch, Flemish
- verdonkeremanen Dutch, Flemish
- verkeerslicht Dutch, Flemish
- zodiakaallicht Dutch, Flemish
- zoeklicht Dutch, Flemish
- zonlicht Dutch, Flemish
- zwaailicht Dutch, Flemish
- *linhtaz Proto-Germanic
- monelight Middle English
- licht Middle Dutch
- mâne Middle Dutch
- lig Afrikaans
- maan Afrikaans
- maan
- licht
- allicht
- maanvis
- maankop
- maanoog
- lichtgas
- manenrob
- zonlicht
- lichtvat
- maanziek
- maanzaad
- pillicht
- kunstmaan
- theelicht
- lichtpunt
- bloedmaan
- supermaan
- tweelicht
- poollicht
- inlichten
- lichtknop
- stoplicht
- zoeklicht
- lichtjaar
- lichttoren
- dwaallicht
- lichtsabel
- lichtekooi
- lichtschip
- lichtelijk
- toelichten
- maanlander
- maanbeving
- zwaailicht
- lichtinval
- maansikkel
- vederlicht
- maaneclips
- maneschijn
- lichtkroon
- kunstlicht
- lichtbeeld
- ondermaans
- kaarslicht
- Maneblusser
- lichtzinnig
- lichtkracht
- lichtzwaard
- lichtvoetig
- maanlanding
- lichtstraal
- straatlicht
- maansopgang
- lichtbreking
- lichtreactie
- lichtgewicht
- lichtlichaam
- knipperlicht
- noorderlicht
- devotielicht
- schemerlicht
- maansopkomst
- lichtsnelheid
- maanlandschap
- verkeerslicht
- maansondergang
- zodiakaallicht
- lichtvervuiling
- verdonkeremanen
- maansverduistering