lichtekooi
Dutch (Brabantic)
/ˈlɪx.təˌkoːi̯/
noun
Definitions
- prostitute, whore woman who has paid sex
- slut, whore
Etymology
Compound from Dutch, Flemish licht (light) + Dutch, Flemish -e- (-less, -ly, spawn)+ Dutch, Flemish kooi (cage, bunk).
Origin
Dutch (Brabantic)
kooi
Gloss
cage, bunk
Concept
Semantic Field
Animals
Ontological Category
Person/Thing
Emoji
Timeline
Distribution of cognates by language
Geogrpahic distribution of cognates
Cognates and derived terms
- decoy English
- -e- Dutch, Flemish
- Schubbekutteveen Dutch, Flemish
- Zonneveld Dutch, Flemish
- allicht Dutch, Flemish
- apenkooi Dutch, Flemish
- apetrots Dutch, Flemish
- bakkebaard Dutch, Flemish
- beddegoed Dutch, Flemish
- bekkesnijden Dutch, Flemish
- bietebauw Dutch, Flemish
- bokkebaard Dutch, Flemish
- bokkesprong Dutch, Flemish
- boordevol Dutch, Flemish
- brandewijn Dutch, Flemish
- brekebeen Dutch, Flemish
- brilledoos Dutch, Flemish
- bullebak Dutch, Flemish
- bulleboer Dutch, Flemish
- bullepees Dutch, Flemish
- dadeloos Dutch, Flemish
- denneappel Dutch, Flemish
- denneboom Dutch, Flemish
- devotielicht Dutch, Flemish
- dolleman Dutch, Flemish
- dommekracht Dutch, Flemish
- drinkebroer Dutch, Flemish
- dwaallicht Dutch, Flemish
- dwingeland Dutch, Flemish
- eikeboom Dutch, Flemish
- eretitel Dutch, Flemish
- erezuil Dutch, Flemish
- gerstebrood Dutch, Flemish
- gerstenat Dutch, Flemish
- hagepreek Dutch, Flemish
- havezate Dutch, Flemish
- hazewindhond Dutch, Flemish
- hellegebroed Dutch, Flemish
- hellekind Dutch, Flemish
- hellemoer Dutch, Flemish
- hellerivier Dutch, Flemish
- hondehok Dutch, Flemish
- hopeloos Dutch, Flemish
- huilebalk Dutch, Flemish
- hulpeloos Dutch, Flemish
- inlichten Dutch, Flemish
- jokkebrok Dutch, Flemish
- kaarslicht Dutch, Flemish
- kanonnevoer Dutch, Flemish
- karnemelk Dutch, Flemish
- karrespoor Dutch, Flemish
- kattebel Dutch, Flemish
- kerstekind Dutch, Flemish
- kippevel Dutch, Flemish
- knipperlicht Dutch, Flemish
- komijnekaas Dutch, Flemish
- koninginnebrij Dutch, Flemish
- kooi Dutch, Flemish
- krabbezakje Dutch, Flemish
- kunstlicht Dutch, Flemish
- labbekak Dutch, Flemish
- ledebraken Dutch, Flemish
- licht Dutch, Flemish
- lichtbeeld Dutch, Flemish
- lichtbreking Dutch, Flemish
- lichtelijk Dutch, Flemish
- lichtgas Dutch, Flemish
- lichtgewicht Dutch, Flemish
- lichtinval Dutch, Flemish
- lichtjaar Dutch, Flemish
- lichtknop Dutch, Flemish
- lichtkracht Dutch, Flemish
- lichtkroon Dutch, Flemish
- lichtlichaam Dutch, Flemish
- lichtpunt Dutch, Flemish
- lichtreactie Dutch, Flemish
- lichtsabel Dutch, Flemish
- lichtschip Dutch, Flemish
- lichtsnelheid Dutch, Flemish
- lichtstraal Dutch, Flemish
- lichttoren Dutch, Flemish
- lichtvat Dutch, Flemish
- lichtvervuiling Dutch, Flemish
- lichtvoetig Dutch, Flemish
- lichtzinnig Dutch, Flemish
- lichtzwaard Dutch, Flemish
- likkepot Dutch, Flemish
- lollepot Dutch, Flemish
- maanlicht Dutch, Flemish
- mallemolen Dutch, Flemish
- maneschijn Dutch, Flemish
- mezenkooi Dutch, Flemish
- minnebrief Dutch, Flemish
- minnegod Dutch, Flemish
- minnehoen Dutch, Flemish
- muizeval Dutch, Flemish
- noorderlicht Dutch, Flemish
- oenemeloen Dutch, Flemish
- paardebloem Dutch, Flemish
- petekind Dutch, Flemish
- petemoei Dutch, Flemish
- pielemuis Dutch, Flemish
- pijpewisser Dutch, Flemish
- pillewegge Dutch, Flemish
- pillicht Dutch, Flemish
- poollicht Dutch, Flemish
- radeloos Dutch, Flemish
- ragebol Dutch, Flemish
- reuzedier Dutch, Flemish
- rijstepap Dutch, Flemish
- rozebottel Dutch, Flemish
- ruggespraak Dutch, Flemish
- schaapskooi Dutch, Flemish
- schapevlees Dutch, Flemish
- schattebout Dutch, Flemish
- schemerlicht Dutch, Flemish
- sikkepit Dutch, Flemish
- smoutebol Dutch, Flemish
- spelevaren Dutch, Flemish
- spinneweb Dutch, Flemish
- sprakeloos Dutch, Flemish
- stokebrand Dutch, Flemish
- stoplicht Dutch, Flemish
- straatlicht Dutch, Flemish
- tampeloeres Dutch, Flemish
- theelicht Dutch, Flemish
- toelichten Dutch, Flemish
- tweelicht Dutch, Flemish
- vederlicht Dutch, Flemish
- verkeerslicht Dutch, Flemish
- verrekijker Dutch, Flemish
- vijgeboom Dutch, Flemish
- vogelkooi Dutch, Flemish
- vormeloos Dutch, Flemish
- wiegelied Dutch, Flemish
- willekeur Dutch, Flemish
- wittebrood Dutch, Flemish
- zageman Dutch, Flemish
- zinnespel Dutch, Flemish
- zodiakaallicht Dutch, Flemish
- zoeklicht Dutch, Flemish
- zonlicht Dutch, Flemish
- zonne-energie Dutch, Flemish
- zonnebaden Dutch, Flemish
- zonnebank Dutch, Flemish
- zonnebloem Dutch, Flemish
- zonnebrand Dutch, Flemish
- zonnecel Dutch, Flemish
- zonnedak Dutch, Flemish
- zonnedauw Dutch, Flemish
- zonnedek Dutch, Flemish
- zonnegod Dutch, Flemish
- zonnejaar Dutch, Flemish
- zonneklaar Dutch, Flemish
- zonneleen Dutch, Flemish
- zonnemassa Dutch, Flemish
- zonnepaneel Dutch, Flemish
- zonneregen Dutch, Flemish
- zonnescherm Dutch, Flemish
- zonneschijn Dutch, Flemish
- zonnesteek Dutch, Flemish
- zonnestelsel Dutch, Flemish
- zonnestraal Dutch, Flemish
- zonnestudio Dutch, Flemish
- zonnetempel Dutch, Flemish
- zonnevlek Dutch, Flemish
- zonnewijzer Dutch, Flemish
- zonnewind Dutch, Flemish
- zwaailicht Dutch, Flemish
- койка Russian
- coy Spanish, Castilian
- *linhtaz Proto-Germanic
- coye Middle Dutch
- licht Middle Dutch
- kooi Afrikaans
- lig Afrikaans
- kōje Middle Low German
- -e-
- kooi
- licht
- zageman
- ragebol
- erezuil
- allicht
- likkepot
- hopeloos
- zonnecel
- apenkooi
- havezate
- lichtgas
- hondehok
- labbekak
- bullebak
- petekind
- zonnegod
- dolleman
- zonlicht
- eretitel
- sikkepit
- pillicht
- zonnedak
- kattebel
- apetrots
- muizeval
- petemoei
- minnegod
- lollepot
- eikeboom
- kippevel
- radeloos
- lichtvat
- dadeloos
- zonnedek
- bietebauw
- hellemoer
- willekeur
- smoutebol
- huilebalk
- vogelkooi
- lichtpunt
- denneboom
- zonnewind
- reuzedier
- vormeloos
- tweelicht
- hagepreek
- poollicht
- jokkebrok
- inlichten
- hellekind
- beddegoed
- lichtknop
- minnehoen
- karnemelk
- stoplicht
- maanlicht
- lichtjaar
- zonnebank
- gerstenat
- zinnespel
- wiegelied
- hulpeloos
- theelicht
- vijgeboom
- brekebeen
- spinneweb
- zonnedauw
- mezenkooi
- zonnejaar
- boordevol
- zonneleen
- Zonneveld
- bulleboer
- zoeklicht
- rijstepap
- zonnevlek
- pielemuis
- bullepees
- wittebrood
- spelevaren
- ledebraken
- rozebottel
- lichtsabel
- denneappel
- zwaailicht
- lichtinval
- minnebrief
- stokebrand
- zonneklaar
- kerstekind
- lichtkroon
- kunstlicht
- mallemolen
- brilledoos
- kaarslicht
- bakkebaard
- zonnemassa
- zonnesteek
- lichttoren
- dwaallicht
- lichtschip
- lichtelijk
- zonnebaden
- toelichten
- bokkebaard
- brandewijn
- oenemeloen
- zonnebrand
- karrespoor
- vederlicht
- maneschijn
- sprakeloos
- dwingeland
- lichtbeeld
- zonnebloem
- zonneregen
- pillewegge
- schattebout
- bokkesprong
- ruggespraak
- gerstebrood
- lichtzinnig
- dommekracht
- verrekijker
- hellerivier
- schapevlees
- schaapskooi
- zonnewijzer
- zonnetempel
- lichtzwaard
- paardebloem
- lichtstraal
- straatlicht
- tampeloeres
- pijpewisser
- zonneschijn
- lichtkracht
- kanonnevoer
- zonnestraal
- zonnescherm
- zonnepaneel
- komijnekaas
- lichtvoetig
- krabbezakje
- drinkebroer
- zonnestudio
- lichtbreking
- bekkesnijden
- lichtreactie
- lichtlichaam
- noorderlicht
- devotielicht
- schemerlicht
- hazewindhond
- zonnestelsel
- hellegebroed
- lichtgewicht
- knipperlicht
- lichtsnelheid
- zonne-energie
- verkeerslicht
- zodiakaallicht
- koninginnebrij
- lichtvervuiling
- Schubbekutteveen