lichtvat
Dutch (Brabantic)
noun
Definitions
- (archaic) lamp, lantern
Etymology
Inherited from Middle Dutch lichtvat (lamp) inherited from Old Dutch liehtfat (lamp) com from Dutch, Flemish licht (light) + Dutch, Flemish vat (vessel, barrel, vat, cask, vein).
Origin
Dutch (Brabantic)
vat
Gloss
vessel, barrel, vat, cask, vein
Concept
Semantic Field
Modern world
Ontological Category
Person/Thing
Kanji
器
Emoji
Timeline
Distribution of cognates by language
Geogrpahic distribution of cognates
Cognates and derived terms
- allicht Dutch, Flemish
- biervat Dutch, Flemish
- bloedvat Dutch, Flemish
- devotielicht Dutch, Flemish
- dwaallicht Dutch, Flemish
- inlichten Dutch, Flemish
- kaarslicht Dutch, Flemish
- knipperlicht Dutch, Flemish
- kunstlicht Dutch, Flemish
- licht Dutch, Flemish
- lichtbeeld Dutch, Flemish
- lichtbreking Dutch, Flemish
- lichtekooi Dutch, Flemish
- lichtelijk Dutch, Flemish
- lichtgas Dutch, Flemish
- lichtgewicht Dutch, Flemish
- lichtinval Dutch, Flemish
- lichtjaar Dutch, Flemish
- lichtknop Dutch, Flemish
- lichtkracht Dutch, Flemish
- lichtkroon Dutch, Flemish
- lichtlichaam Dutch, Flemish
- lichtpunt Dutch, Flemish
- lichtreactie Dutch, Flemish
- lichtsabel Dutch, Flemish
- lichtschip Dutch, Flemish
- lichtsnelheid Dutch, Flemish
- lichtstraal Dutch, Flemish
- lichttoren Dutch, Flemish
- lichtvervuiling Dutch, Flemish
- lichtvoetig Dutch, Flemish
- lichtzinnig Dutch, Flemish
- lichtzwaard Dutch, Flemish
- maanlicht Dutch, Flemish
- noorderlicht Dutch, Flemish
- pillicht Dutch, Flemish
- poollicht Dutch, Flemish
- schemerlicht Dutch, Flemish
- stoplicht Dutch, Flemish
- straatlicht Dutch, Flemish
- theelicht Dutch, Flemish
- toelichten Dutch, Flemish
- tweelicht Dutch, Flemish
- vaataandoening Dutch, Flemish
- vaatweefsel Dutch, Flemish
- vat Dutch, Flemish
- vatbom Dutch, Flemish
- vatenbom Dutch, Flemish
- vatten Dutch, Flemish
- vederlicht Dutch, Flemish
- verkeerslicht Dutch, Flemish
- zodiakaallicht Dutch, Flemish
- zoeklicht Dutch, Flemish
- zonlicht Dutch, Flemish
- zwaailicht Dutch, Flemish
- *linhtaz Proto-Germanic
- fæt Old English
- leohtfæt Old English
- lēoht Old English
- licht Middle Dutch
- lichtvat Middle Dutch
- vat Middle Dutch
- lig Afrikaans
- fat Old Dutch
- lieht Old Dutch
- liehtfat Old Dutch
- vat
- licht
- vatbom
- vatten
- allicht
- biervat
- bloedvat
- vatenbom
- pillicht
- zonlicht
- lichtgas
- poollicht
- lichtknop
- stoplicht
- lichtpunt
- inlichten
- maanlicht
- zoeklicht
- lichtjaar
- theelicht
- tweelicht
- zwaailicht
- toelichten
- lichtkroon
- lichtinval
- kunstlicht
- lichttoren
- lichtbeeld
- dwaallicht
- lichtsabel
- lichtekooi
- vederlicht
- lichtschip
- kaarslicht
- lichtelijk
- lichtzwaard
- lichtzinnig
- lichtkracht
- lichtstraal
- vaatweefsel
- lichtvoetig
- straatlicht
- noorderlicht
- lichtlichaam
- lichtbreking
- devotielicht
- schemerlicht
- lichtreactie
- knipperlicht
- lichtgewicht
- verkeerslicht
- lichtsnelheid
- vaataandoening
- zodiakaallicht
- lichtvervuiling