eendaags
Dutch (Brabantic)
/ˈeːn.daːxs/
adj
Definitions
- one-day
Etymology
Affix from Dutch, Flemish een (one, mono, a, uni-) + Dutch, Flemish dag (day, representative assembly, goodbye).
Origin
Dutch (Brabantic)
dag
Gloss
day, representative assembly, goodbye
Concept
Semantic Field
Time
Ontological Category
Person/Thing
Kanji
日
Emoji
Timeline
Distribution of cognates by language
Geogrpahic distribution of cognates
Cognates and derived terms
- -daags Dutch, Flemish
- Bevrijdingsdag Dutch, Flemish
- Bondsdag Dutch, Flemish
- Koninginnedag Dutch, Flemish
- Koningsdag Dutch, Flemish
- Moederdag Dutch, Flemish
- Prinsjesdag Dutch, Flemish
- Vaderdag Dutch, Flemish
- aaneen Dutch, Flemish
- achtereen Dutch, Flemish
- achtereenvolgend Dutch, Flemish
- alleen Dutch, Flemish
- arbeidsdag Dutch, Flemish
- bededag Dutch, Flemish
- biddag Dutch, Flemish
- bijeen Dutch, Flemish
- dag Dutch, Flemish
- dag-en-nachtevening Dutch, Flemish
- dagactief Dutch, Flemish
- dagblad Dutch, Flemish
- dagboek Dutch, Flemish
- dagdagelijks Dutch, Flemish
- dagdeel Dutch, Flemish
- dagdief Dutch, Flemish
- dagdier Dutch, Flemish
- dagelijks Dutch, Flemish
- dagloon Dutch, Flemish
- dagmars Dutch, Flemish
- dagregister Dutch, Flemish
- dagreis Dutch, Flemish
- dagvaart Dutch, Flemish
- dagverblijf Dutch, Flemish
- dagverhaal Dutch, Flemish
- dagvlinder Dutch, Flemish
- dagwijzer Dutch, Flemish
- dierendag Dutch, Flemish
- dingdag Dutch, Flemish
- een Dutch, Flemish
- eenakter Dutch, Flemish
- eenarmig Dutch, Flemish
- eenbrauw Dutch, Flemish
- eendekker Dutch, Flemish
- eendracht Dutch, Flemish
- eenduidig Dutch, Flemish
- eeneiig Dutch, Flemish
- eenheid Dutch, Flemish
- eenhoorn Dutch, Flemish
- eenkamerig Dutch, Flemish
- eenklank Dutch, Flemish
- eenlettergrepig Dutch, Flemish
- eenling Dutch, Flemish
- eenmaal Dutch, Flemish
- eenmanszaak Dutch, Flemish
- eenoog Dutch, Flemish
- eenoudergezin Dutch, Flemish
- eenparig Dutch, Flemish
- eenpersoonsbed Dutch, Flemish
- eens Dutch, Flemish
- eensklaps Dutch, Flemish
- eentalig Dutch, Flemish
- eenvormig Dutch, Flemish
- eenvoudig Dutch, Flemish
- eenwieler Dutch, Flemish
- eenwijverij Dutch, Flemish
- eenwording Dutch, Flemish
- eenzaadlobbig Dutch, Flemish
- eenzaam Dutch, Flemish
- eenzelvig Dutch, Flemish
- eenzijdig Dutch, Flemish
- eerstdaags Dutch, Flemish
- elkeen Dutch, Flemish
- enig Dutch, Flemish
- feestdag Dutch, Flemish
- geboortedag Dutch, Flemish
- hedendaags Dutch, Flemish
- herdenkingsdag Dutch, Flemish
- huwelijksdag Dutch, Flemish
- iedereen Dutch, Flemish
- ijsdag Dutch, Flemish
- kerstdag Dutch, Flemish
- kinderdagverblijf Dutch, Flemish
- mandag Dutch, Flemish
- meteen Dutch, Flemish
- middag Dutch, Flemish
- naamdag Dutch, Flemish
- ondereen Dutch, Flemish
- paasdag Dutch, Flemish
- pinksterdag Dutch, Flemish
- pooldag Dutch, Flemish
- rijksdag Dutch, Flemish
- rouwdag Dutch, Flemish
- rustdag Dutch, Flemish
- schrikkeldag Dutch, Flemish
- stamdag Dutch, Flemish
- sterfdag Dutch, Flemish
- sterrendag Dutch, Flemish
- vereenbaren Dutch, Flemish
- verjaardag Dutch, Flemish
- vierdaags Dutch, Flemish
- werkdag Dutch, Flemish
- zonnedag Dutch, Flemish
- antre Indonesian
- dading Indonesian
- dag Indonesian
- dach Middle Dutch
- een Middle Dutch
- êen Middle Dutch
- dag Afrikaans
- een Afrikaans
- dag
- een
- eens
- enig
- meteen
- bijeen
- alleen
- mandag
- middag
- ijsdag
- eenoog
- elkeen
- biddag
- aaneen
- -daags
- dagreis
- paasdag
- dagdief
- bededag
- dagboek
- eenmaal
- pooldag
- rouwdag
- dingdag
- rustdag
- dagblad
- dagdeel
- eenling
- eenheid
- eeneiig
- dagdier
- eenzaam
- stamdag
- werkdag
- dagloon
- dagmars
- naamdag
- Vaderdag
- eenarmig
- Bondsdag
- eentalig
- kerstdag
- dagvaart
- ondereen
- eenbrauw
- feestdag
- zonnedag
- rijksdag
- iedereen
- eenhoorn
- eenakter
- sterfdag
- eenklank
- eenparig
- eenvormig
- eendekker
- eenzijdig
- vierdaags
- Moederdag
- dierendag
- eensklaps
- eenwieler
- eendracht
- dagwijzer
- dagactief
- achtereen
- eenzelvig
- eenvoudig
- dagelijks
- eenduidig
- dagverhaal
- Koningsdag
- dagvlinder
- hedendaags
- eerstdaags
- sterrendag
- arbeidsdag
- verjaardag
- eenkamerig
- eenwording
- pinksterdag
- vereenbaren
- eenwijverij
- dagverblijf
- dagregister
- geboortedag
- Prinsjesdag
- eenmanszaak
- dagdagelijks
- huwelijksdag
- schrikkeldag
- Koninginnedag
- eenzaadlobbig
- eenoudergezin
- eenpersoonsbed
- Bevrijdingsdag
- herdenkingsdag
- eenlettergrepig
- achtereenvolgend
- kinderdagverblijf
- dag-en-nachtevening