landhuis
Dutch (Brabantic)
/ˈlɑnt.ɦœy̯s/
noun
Definitions
- country house UK, villa large, luxury residence in a campestral or semirural environment
- (obsolete) farmhouse residence as part of a farm
Etymology
Compound from Dutch, Flemish land (land, country, soil, ground, parcel, state) + Dutch, Flemish huis (house, home, encasing, huis, institution, house -, house-, domestic-, domestic, building, casing, construction).
Origin
Dutch (Brabantic)
huis
Gloss
house, home, encasing, huis, institution, house -, house-, domestic-, domestic, building, casing, construction
Concept
Semantic Field
Quantity
Ontological Category
Classifier
Kanji
家
Emoji
🏚️ 🏡 🛖 🪴 🏘️
Timeline
Distribution of cognates by language
Geogrpahic distribution of cognates
Cognates and derived terms
- Avondland Dutch, Flemish
- Berkelland Dutch, Flemish
- Duitsland Dutch, Flemish
- Eierland Dutch, Flemish
- Griekenland Dutch, Flemish
- Groenland Dutch, Flemish
- Hageland Dutch, Flemish
- Huisman Dutch, Flemish
- IJsland Dutch, Flemish
- Luilekkerland Dutch, Flemish
- Nederland Dutch, Flemish
- Soendaland Dutch, Flemish
- Thailand Dutch, Flemish
- Vlieland Dutch, Flemish
- Waterland Dutch, Flemish
- Westland Dutch, Flemish
- Zeeland Dutch, Flemish
- Zwitserland Dutch, Flemish
- achterhuis Dutch, Flemish
- achterland Dutch, Flemish
- akkerland Dutch, Flemish
- armenhuis Dutch, Flemish
- armhuis Dutch, Flemish
- badhuis Dutch, Flemish
- bakhuis Dutch, Flemish
- bakkes Dutch, Flemish
- bedehuis Dutch, Flemish
- beenderhuis Dutch, Flemish
- bejaardenhuis Dutch, Flemish
- benedenhuis Dutch, Flemish
- bijland Dutch, Flemish
- binnenland Dutch, Flemish
- binnenlands Dutch, Flemish
- blijf-van-mijn-lijfhuis Dutch, Flemish
- blokhuis Dutch, Flemish
- boelhuis Dutch, Flemish
- boerenland Dutch, Flemish
- boothuis Dutch, Flemish
- bouwland Dutch, Flemish
- braakland Dutch, Flemish
- brillenhuis Dutch, Flemish
- brouwhuis Dutch, Flemish
- buitenhuis Dutch, Flemish
- buitenland Dutch, Flemish
- buitenshuis Dutch, Flemish
- bushuis Dutch, Flemish
- buurland Dutch, Flemish
- buurthuis Dutch, Flemish
- clubhuis Dutch, Flemish
- danshuis Dutch, Flemish
- diaconessenhuis Dutch, Flemish
- diensthuis Dutch, Flemish
- dolhuis Dutch, Flemish
- dorpshuis Dutch, Flemish
- drasland Dutch, Flemish
- dromenland Dutch, Flemish
- droomhuis Dutch, Flemish
- duivenhuis Dutch, Flemish
- dwingeland Dutch, Flemish
- eethuis Dutch, Flemish
- filmhuis Dutch, Flemish
- gasthuis Dutch, Flemish
- gebedshuis Dutch, Flemish
- geboortehuis Dutch, Flemish
- gekhuis Dutch, Flemish
- gekkenhuis Dutch, Flemish
- gemakhuis Dutch, Flemish
- gemeentehuis Dutch, Flemish
- gidsland Dutch, Flemish
- gildehuis Dutch, Flemish
- gildenhuis Dutch, Flemish
- godshuis Dutch, Flemish
- grachtenhuis Dutch, Flemish
- grasland Dutch, Flemish
- herenhuis Dutch, Flemish
- hoerenhuis Dutch, Flemish
- hoerhuis Dutch, Flemish
- hoogland Dutch, Flemish
- hooiland Dutch, Flemish
- huis Dutch, Flemish
- huisafval Dutch, Flemish
- huisaltaar Dutch, Flemish
- huisarrest Dutch, Flemish
- huisarts Dutch, Flemish
- huisbaas Dutch, Flemish
- huisbrand Dutch, Flemish
- huiscavia Dutch, Flemish
- huisdeur Dutch, Flemish
- huiselijk Dutch, Flemish
- huisfeest Dutch, Flemish
- huisgeest Dutch, Flemish
- huisgemaakt Dutch, Flemish
- huisgenoot Dutch, Flemish
- huisgod Dutch, Flemish
- huishouden Dutch, Flemish
- huiskamer Dutch, Flemish
- huiskat Dutch, Flemish
- huiskerk Dutch, Flemish
- huismarter Dutch, Flemish
- huismuis Dutch, Flemish
- huismus Dutch, Flemish
- huisnijverheid Dutch, Flemish
- huisnummer Dutch, Flemish
- huisploert Dutch, Flemish
- huisraad Dutch, Flemish
- huisschaap Dutch, Flemish
- huisschilder Dutch, Flemish
- huisslaaf Dutch, Flemish
- huissleutel Dutch, Flemish
- huisstof Dutch, Flemish
- huistaak Dutch, Flemish
- huistelefoon Dutch, Flemish
- huisvader Dutch, Flemish
- huisvlijt Dutch, Flemish
- huisvriend Dutch, Flemish
- huisvrouw Dutch, Flemish
- huisvuil Dutch, Flemish
- huiswaarts Dutch, Flemish
- huiswarming Dutch, Flemish
- huiswerk Dutch, Flemish
- huiszoeking Dutch, Flemish
- huizen Dutch, Flemish
- huizenbezitter Dutch, Flemish
- huizenblok Dutch, Flemish
- huizenbouw Dutch, Flemish
- huizenmarkt Dutch, Flemish
- huurhuis Dutch, Flemish
- inlander Dutch, Flemish
- jachthuis Dutch, Flemish
- kaartenhuis Dutch, Flemish
- kakhuis Dutch, Flemish
- kamphuis Dutch, Flemish
- kikkerland Dutch, Flemish
- klokhuis Dutch, Flemish
- knekelhuis Dutch, Flemish
- koetshuis Dutch, Flemish
- koffiehuis Dutch, Flemish
- koningshuis Dutch, Flemish
- koophuis Dutch, Flemish
- kosthuis Dutch, Flemish
- kweekhuis Dutch, Flemish
- land Dutch, Flemish
- landaanwinning Dutch, Flemish
- landadel Dutch, Flemish
- landarbeider Dutch, Flemish
- landbouw Dutch, Flemish
- landdier Dutch, Flemish
- landdrost Dutch, Flemish
- landeigenaar Dutch, Flemish
- landelijk Dutch, Flemish
- landen Dutch, Flemish
- landengte Dutch, Flemish
- landgenoot Dutch, Flemish
- landgoed Dutch, Flemish
- landgrens Dutch, Flemish
- landinwaarts Dutch, Flemish
- landjuweel Dutch, Flemish
- landkaart Dutch, Flemish
- landleeuw Dutch, Flemish
- landleger Dutch, Flemish
- landman Dutch, Flemish
- landmassa Dutch, Flemish
- landmeter Dutch, Flemish
- landmijn Dutch, Flemish
- landnaam Dutch, Flemish
- landname Dutch, Flemish
- landnummer Dutch, Flemish
- landras Dutch, Flemish
- landrot Dutch, Flemish
- landschap Dutch, Flemish
- landsdeel Dutch, Flemish
- landsgrens Dutch, Flemish
- landskind Dutch, Flemish
- landsknecht Dutch, Flemish
- landsnaam Dutch, Flemish
- landstorm Dutch, Flemish
- landsverdediging Dutch, Flemish
- landtong Dutch, Flemish
- landverraad Dutch, Flemish
- landverrader Dutch, Flemish
- landvoogd Dutch, Flemish
- landwaarts Dutch, Flemish
- landweer Dutch, Flemish
- langhuis Dutch, Flemish
- lanterfant Dutch, Flemish
- leprozenhuis Dutch, Flemish
- lijkenhuis Dutch, Flemish
- modehuis Dutch, Flemish
- moederhuis Dutch, Flemish
- moederland Dutch, Flemish
- niemandsland Dutch, Flemish
- nieuwbouwhuis Dutch, Flemish
- ontwikkelingsland Dutch, Flemish
- operahuis Dutch, Flemish
- opvanghuis Dutch, Flemish
- pesthuis Dutch, Flemish
- poppenhuis Dutch, Flemish
- provinciehuis Dutch, Flemish
- raadhuis Dutch, Flemish
- rijtjeshuis Dutch, Flemish
- rusthuis Dutch, Flemish
- schijthuis Dutch, Flemish
- slachthuis Dutch, Flemish
- slakkenhuis Dutch, Flemish
- sloophuis Dutch, Flemish
- speelhuis Dutch, Flemish
- spinhuis Dutch, Flemish
- spookhuis Dutch, Flemish
- stadhuis Dutch, Flemish
- stamland Dutch, Flemish
- studentenhuis Dutch, Flemish
- stuurhuis Dutch, Flemish
- tehuis Dutch, Flemish
- theehuis Dutch, Flemish
- thuis Dutch, Flemish
- thuisland Dutch, Flemish
- tolhuis Dutch, Flemish
- trappenhuis Dutch, Flemish
- tuchthuis Dutch, Flemish
- tuinhuis Dutch, Flemish
- vaderland Dutch, Flemish
- vakantiehuis Dutch, Flemish
- vakwerkhuis Dutch, Flemish
- veilinghuis Dutch, Flemish
- verbeterhuis Dutch, Flemish
- verpleeghuis Dutch, Flemish
- vogelhuis Dutch, Flemish
- voorhuis Dutch, Flemish
- vorstenhuis Dutch, Flemish
- wachthuis Dutch, Flemish
- wachthuisje Dutch, Flemish
- warenhuis Dutch, Flemish
- weeshuis Dutch, Flemish
- wijnhuis Dutch, Flemish
- woonhuis Dutch, Flemish
- zaailand Dutch, Flemish
- zeeland Dutch, Flemish
- ziekenhuis Dutch, Flemish
- zomerhuis Dutch, Flemish
- zothuis Dutch, Flemish
- huus Middle Dutch
- lant Middle Dutch
- huis Afrikaans
- land Afrikaans
- lant Old Dutch
- lanthùis Papiamentu
- land
- huis
- thuis
- landen
- tehuis
- huizen
- bakkes
- Huisman
- kakhuis
- IJsland
- tolhuis
- huisgod
- zothuis
- huismus
- huiskat
- bushuis
- landrot
- landras
- bijland
- bakhuis
- zeeland
- Zeeland
- landman
- badhuis
- eethuis
- dolhuis
- gekhuis
- armhuis
- bedehuis
- wijnhuis
- theehuis
- Eierland
- tuinhuis
- landnaam
- landname
- landadel
- boelhuis
- hooiland
- bouwland
- huisstof
- modehuis
- huurhuis
- voorhuis
- clubhuis
- grasland
- godshuis
- gidsland
- landgoed
- Thailand
- hoogland
- landtong
- klokhuis
- huisraad
- landdier
- landbouw
- huisbaas
- huiskerk
- danshuis
- huisdeur
- huiswerk
- raadhuis
- inlander
- filmhuis
- kosthuis
- buurland
- landweer
- zaailand
- huismuis
- drasland
- rusthuis
- pesthuis
- huisarts
- weeshuis
- Vlieland
- Hageland
- huisvuil
- woonhuis
- blokhuis
- landmijn
- huistaak
- gasthuis
- spinhuis
- kamphuis
- Westland
- stadhuis
- koophuis
- hoerhuis
- stamland
- langhuis
- boothuis
- landvoogd
- gildehuis
- koetshuis
- landengte
- landleeuw
- Avondland
- akkerland
- Waterland
- tuchthuis
- kweekhuis
- huisslaaf
- landkaart
- huisafval
- buurthuis
- spookhuis
- herenhuis
- huisvlijt
- huiskamer
- droomhuis
- thuisland
- landsnaam
- landstorm
- landschap
- zomerhuis
- landskind
- landgrens
- landmassa
- dorpshuis
- landleger
- huisgeest
- huisvader
- wachthuis
- stuurhuis
- huiselijk
- huisfeest
- Groenland
- speelhuis
- huiscavia
- vogelhuis
- braakland
- landdrost
- huisbrand
- Duitsland
- armenhuis
- gemakhuis
- Nederland
- operahuis
- sloophuis
- landsdeel
- warenhuis
- jachthuis
- landelijk
- brouwhuis
- landmeter
- vaderland
- huisvrouw
- Soendaland
- achterhuis
- dromenland
- knekelhuis
- gebedshuis
- diensthuis
- landnummer
- hoerenhuis
- boerenland
- gildenhuis
- opvanghuis
- duivenhuis
- huisschaap
- landgenoot
- huisarrest
- buitenland
- huismarter
- ziekenhuis
- gekkenhuis
- poppenhuis
- huizenblok
- landwaarts
- huisgenoot
- landjuweel
- schijthuis
- buitenhuis
- huiswaarts
- slachthuis
- lijkenhuis
- landsgrens
- moederhuis
- huisvriend
- huizenbouw
- lanterfant
- kikkerland
- moederland
- huishouden
- achterland
- huisaltaar
- dwingeland
- koffiehuis
- Berkelland
- huisnummer
- binnenland
- huisploert
- rijtjeshuis
- brillenhuis
- huissleutel
- vorstenhuis
- landverraad
- vakwerkhuis
- huizenmarkt
- veilinghuis
- huisgemaakt
- koningshuis
- beenderhuis
- huiswarming
- huiszoeking
- slakkenhuis
- benedenhuis
- Zwitserland
- trappenhuis
- kaartenhuis
- binnenlands
- Griekenland
- landsknecht
- buitenshuis
- wachthuisje
- landinwaarts
- huistelefoon
- verbeterhuis
- vakantiehuis
- niemandsland
- geboortehuis
- landarbeider
- verpleeghuis
- huisschilder
- leprozenhuis
- landeigenaar
- gemeentehuis
- landverrader
- grachtenhuis
- bejaardenhuis
- provinciehuis
- Luilekkerland
- studentenhuis
- nieuwbouwhuis
- landaanwinning
- huizenbezitter
- huisnijverheid
- diaconessenhuis
- landsverdediging
- ontwikkelingsland
- blijf-van-mijn-lijfhuis