moederland
Dutch (Brabantic)
/ˈmudərˌlɑnt/
noun
Definitions
- motherland
Etymology
Compound from Dutch, Flemish moeder (mother, uterus, womb) + Dutch, Flemish land (land, country, soil, ground, parcel, state).
Origin
Dutch (Brabantic)
land
Gloss
land, country, soil, ground, parcel, state
Concept
Semantic Field
Motion
Ontological Category
Action/Process
Kanji
陸
Emoji
Timeline
Distribution of cognates by language
Geogrpahic distribution of cognates
Cognates and derived terms
- Avondland Dutch, Flemish
- Berkelland Dutch, Flemish
- Duitsland Dutch, Flemish
- Eierland Dutch, Flemish
- Griekenland Dutch, Flemish
- Groenland Dutch, Flemish
- Hageland Dutch, Flemish
- IJsland Dutch, Flemish
- Luilekkerland Dutch, Flemish
- Moederdag Dutch, Flemish
- Nederland Dutch, Flemish
- Soendaland Dutch, Flemish
- Thailand Dutch, Flemish
- Vlieland Dutch, Flemish
- Waterland Dutch, Flemish
- Westland Dutch, Flemish
- Zeeland Dutch, Flemish
- Zwitserland Dutch, Flemish
- aartsmoeder Dutch, Flemish
- achterland Dutch, Flemish
- akkerland Dutch, Flemish
- baarmoeder Dutch, Flemish
- bakermoeder Dutch, Flemish
- behuwdmoeder Dutch, Flemish
- betovergrootmoeder Dutch, Flemish
- bijland Dutch, Flemish
- binnenland Dutch, Flemish
- binnenlands Dutch, Flemish
- binnenmoeder Dutch, Flemish
- boerenland Dutch, Flemish
- bonusmoeder Dutch, Flemish
- bouwland Dutch, Flemish
- braakland Dutch, Flemish
- buitenland Dutch, Flemish
- buitenmoeder Dutch, Flemish
- buurland Dutch, Flemish
- drasland Dutch, Flemish
- dromenland Dutch, Flemish
- duomoeder Dutch, Flemish
- dwingeland Dutch, Flemish
- gidsland Dutch, Flemish
- grasland Dutch, Flemish
- grootmoeder Dutch, Flemish
- hondenmoeder Dutch, Flemish
- hoogland Dutch, Flemish
- hooiland Dutch, Flemish
- inlander Dutch, Flemish
- kattenmoeder Dutch, Flemish
- kikkerland Dutch, Flemish
- koningin-moeder Dutch, Flemish
- kruikenmoeder Dutch, Flemish
- kunstmoeder Dutch, Flemish
- land Dutch, Flemish
- landaanwinning Dutch, Flemish
- landadel Dutch, Flemish
- landarbeider Dutch, Flemish
- landbouw Dutch, Flemish
- landdier Dutch, Flemish
- landdrost Dutch, Flemish
- landeigenaar Dutch, Flemish
- landelijk Dutch, Flemish
- landen Dutch, Flemish
- landengte Dutch, Flemish
- landgenoot Dutch, Flemish
- landgoed Dutch, Flemish
- landgrens Dutch, Flemish
- landhuis Dutch, Flemish
- landinwaarts Dutch, Flemish
- landjuweel Dutch, Flemish
- landkaart Dutch, Flemish
- landleeuw Dutch, Flemish
- landleger Dutch, Flemish
- landman Dutch, Flemish
- landmassa Dutch, Flemish
- landmeter Dutch, Flemish
- landmijn Dutch, Flemish
- landnaam Dutch, Flemish
- landname Dutch, Flemish
- landnummer Dutch, Flemish
- landras Dutch, Flemish
- landrot Dutch, Flemish
- landschap Dutch, Flemish
- landsdeel Dutch, Flemish
- landsgrens Dutch, Flemish
- landskind Dutch, Flemish
- landsknecht Dutch, Flemish
- landsnaam Dutch, Flemish
- landstorm Dutch, Flemish
- landsverdediging Dutch, Flemish
- landtong Dutch, Flemish
- landverraad Dutch, Flemish
- landverrader Dutch, Flemish
- landvoogd Dutch, Flemish
- landwaarts Dutch, Flemish
- landweer Dutch, Flemish
- lanterfant Dutch, Flemish
- moeder Dutch, Flemish
- moederbord Dutch, Flemish
- moederfiets Dutch, Flemish
- moedergodin Dutch, Flemish
- moederhuis Dutch, Flemish
- moederliefde Dutch, Flemish
- moederlijk Dutch, Flemish
- moederloog Dutch, Flemish
- moedermelk Dutch, Flemish
- moedermoord Dutch, Flemish
- moedernaakt Dutch, Flemish
- moedernegotie Dutch, Flemish
- moederschap Dutch, Flemish
- moederschip Dutch, Flemish
- moedersterfte Dutch, Flemish
- moedertaal Dutch, Flemish
- moedervlek Dutch, Flemish
- moederziel alleen Dutch, Flemish
- niemandsland Dutch, Flemish
- onthaalmoeder Dutch, Flemish
- ontwikkelingsland Dutch, Flemish
- overgrootmoeder Dutch, Flemish
- pleegmoeder Dutch, Flemish
- ravenmoeder Dutch, Flemish
- schoonmoeder Dutch, Flemish
- stamland Dutch, Flemish
- stiefmoeder Dutch, Flemish
- thuisland Dutch, Flemish
- vaderland Dutch, Flemish
- zaailand Dutch, Flemish
- zeeland Dutch, Flemish
- lant Middle Dutch
- moeder Middle Dutch
- land Afrikaans
- moeder Afrikaans
- lant Old Dutch
- land
- landen
- moeder
- zeeland
- landrot
- IJsland
- Zeeland
- landras
- bijland
- landman
- Thailand
- buurland
- hoogland
- landweer
- zaailand
- landtong
- Eierland
- drasland
- landnaam
- landname
- landadel
- hooiland
- Westland
- Vlieland
- landdier
- bouwland
- landbouw
- stamland
- landhuis
- Hageland
- inlander
- grasland
- gidsland
- landgoed
- landmijn
- Groenland
- landvoogd
- thuisland
- landsnaam
- landstorm
- landschap
- Nederland
- Moederdag
- landengte
- braakland
- landdrost
- landleeuw
- landskind
- Avondland
- Duitsland
- akkerland
- landgrens
- Waterland
- landsdeel
- landelijk
- landmassa
- landkaart
- landleger
- landmeter
- vaderland
- duomoeder
- baarmoeder
- landgenoot
- Soendaland
- buitenland
- landsgrens
- moedermelk
- moedertaal
- moederhuis
- dromenland
- achterland
- moedervlek
- dwingeland
- lanterfant
- landwaarts
- landnummer
- kikkerland
- moederlijk
- landjuweel
- moederbord
- boerenland
- Berkelland
- binnenland
- moederloog
- Zwitserland
- moedermoord
- pleegmoeder
- Griekenland
- grootmoeder
- moederfiets
- ravenmoeder
- moedergodin
- binnenlands
- moedernaakt
- landsknecht
- aartsmoeder
- kunstmoeder
- bonusmoeder
- bakermoeder
- stiefmoeder
- moederschip
- moederschap
- landverraad
- buitenmoeder
- hondenmoeder
- binnenmoeder
- moederliefde
- landinwaarts
- kattenmoeder
- niemandsland
- landarbeider
- schoonmoeder
- landeigenaar
- landverrader
- behuwdmoeder
- onthaalmoeder
- moedernegotie
- Luilekkerland
- moedersterfte
- kruikenmoeder
- landaanwinning
- koningin-moeder
- overgrootmoeder
- landsverdediging
- ontwikkelingsland
- moederziel alleen
- betovergrootmoeder