vormenleer
Dutch (Brabantic)
/ˈvɔr.mə(n)ˌleːr/
noun
Definitions
- (philosophy) Plato's theory of the world of ideas.
- (alternative form of) vormleer.
Etymology
Compound from Dutch, Flemish vorm (form, shape) + Dutch, Flemish leer (doctrine, teaching, discipline).
Origin
Dutch (Brabantic)
leer
Gloss
doctrine, teaching, discipline
Timeline
Distribution of cognates by language
Geogrpahic distribution of cognates
Cognates and derived terms
- Monroeleer Dutch, Flemish
- T-vormig Dutch, Flemish
- aalvormig Dutch, Flemish
- aanspreekvorm Dutch, Flemish
- affectenleer Dutch, Flemish
- bakvorm Dutch, Flemish
- bestuursvorm Dutch, Flemish
- bolvormig Dutch, Flemish
- cabretleer Dutch, Flemish
- duurvorm Dutch, Flemish
- eenvormig Dutch, Flemish
- eivorm Dutch, Flemish
- eivormig Dutch, Flemish
- erfelijkheidsleer Dutch, Flemish
- fabelleer Dutch, Flemish
- geitenleer Dutch, Flemish
- gietvorm Dutch, Flemish
- goudleer Dutch, Flemish
- kennisleer Dutch, Flemish
- klankleer Dutch, Flemish
- koosvorm Dutch, Flemish
- kunstvorm Dutch, Flemish
- leer Dutch, Flemish
- leerlooien Dutch, Flemish
- leermening Dutch, Flemish
- leernicht Dutch, Flemish
- leerstellig Dutch, Flemish
- leerstelling Dutch, Flemish
- leerstelsel Dutch, Flemish
- leerstuk Dutch, Flemish
- levensleer Dutch, Flemish
- levensvorm Dutch, Flemish
- maatschappijleer Dutch, Flemish
- pasvorm Dutch, Flemish
- persoonsvorm Dutch, Flemish
- rassenleer Dutch, Flemish
- spraakleer Dutch, Flemish
- stamvorm Dutch, Flemish
- stromingsleer Dutch, Flemish
- tuigleer Dutch, Flemish
- vergifleer Dutch, Flemish
- vergiftleer Dutch, Flemish
- verzamelingenleer Dutch, Flemish
- vetleer Dutch, Flemish
- voedingsleer Dutch, Flemish
- vorm Dutch, Flemish
- vormeloos Dutch, Flemish
- vormen Dutch, Flemish
- vormleer Dutch, Flemish
- vormloos Dutch, Flemish
- weefselleer Dutch, Flemish
- zeemleer Dutch, Flemish
- zinsleer Dutch, Flemish
- leder Middle Dutch
- vorme Middle Dutch
- vorm Afrikaans
- leer
- vorm
- eivorm
- vormen
- bakvorm
- pasvorm
- vetleer
- T-vormig
- zeemleer
- zinsleer
- duurvorm
- koosvorm
- tuigleer
- vormloos
- eivormig
- gietvorm
- stamvorm
- goudleer
- leerstuk
- vormleer
- eenvormig
- klankleer
- kunstvorm
- leernicht
- bolvormig
- vormeloos
- aalvormig
- fabelleer
- leermening
- rassenleer
- levensleer
- Monroeleer
- vergifleer
- cabretleer
- leerlooien
- levensvorm
- geitenleer
- kennisleer
- spraakleer
- vergiftleer
- weefselleer
- leerstelsel
- leerstellig
- persoonsvorm
- affectenleer
- leerstelling
- bestuursvorm
- voedingsleer
- aanspreekvorm
- stromingsleer
- maatschappijleer
- erfelijkheidsleer
- verzamelingenleer