schietgeweer
Dutch (Brabantic)
/ˈsxit.xəˌʋeːr/
noun
Definitions
- (now) A gun, a firearm.
Etymology
Compound from Dutch, Flemish schieten (shoot, grow quickly) + Dutch, Flemish geweer (rifle, gun, sidearm).
Origin
Dutch (Brabantic)
geweer
Gloss
rifle, gun, sidearm
Concept
Semantic Field
Warfare and hunting
Ontological Category
Person/Thing
Kanji
銃, 砲
Emoji
🔫
Timeline
Distribution of cognates by language
Geogrpahic distribution of cognates
Cognates and derived terms
- aanschieten Dutch, Flemish
- achterlaadgeweer Dutch, Flemish
- afschieten Dutch, Flemish
- beschieten Dutch, Flemish
- bijschieten Dutch, Flemish
- boogschieten Dutch, Flemish
- doorschieten Dutch, Flemish
- geweer Dutch, Flemish
- geweerriem Dutch, Flemish
- geweerschot Dutch, Flemish
- geweervuur Dutch, Flemish
- hagelgeweer Dutch, Flemish
- jachtgeweer Dutch, Flemish
- klimaatschieten Dutch, Flemish
- machinegeweer Dutch, Flemish
- naaldgeweer Dutch, Flemish
- neerschieten Dutch, Flemish
- ontschieten Dutch, Flemish
- opschieten Dutch, Flemish
- prijsschieten Dutch, Flemish
- repeteergeweer Dutch, Flemish
- schietbaan Dutch, Flemish
- schietbout Dutch, Flemish
- schieten Dutch, Flemish
- schietgat Dutch, Flemish
- schietgebed Dutch, Flemish
- schietgraag Dutch, Flemish
- schietijzer Dutch, Flemish
- schietkraam Dutch, Flemish
- schietlood Dutch, Flemish
- schietpartij Dutch, Flemish
- schietschijf Dutch, Flemish
- schietvoorraad Dutch, Flemish
- schietwilg Dutch, Flemish
- spreidloopgeweer Dutch, Flemish
- uitschieten Dutch, Flemish
- verschieten Dutch, Flemish
- volschieten Dutch, Flemish
- voorlaadgeweer Dutch, Flemish
- voorschieten Dutch, Flemish
- vuursteengeweer Dutch, Flemish
- weren Dutch, Flemish
- zijdgeweer Dutch, Flemish
- sekip Indonesian
- gewere Middle Dutch
- schieten Middle Dutch
- geweer Afrikaans
- skiet Afrikaans
- weren
- geweer
- schieten
- schietgat
- schietbout
- schietlood
- beschieten
- schietwilg
- geweerriem
- opschieten
- zijdgeweer
- geweervuur
- schietbaan
- afschieten
- schietkraam
- geweerschot
- volschieten
- verschieten
- ontschieten
- schietgebed
- schietijzer
- jachtgeweer
- naaldgeweer
- schietgraag
- aanschieten
- hagelgeweer
- bijschieten
- uitschieten
- schietschijf
- voorschieten
- schietpartij
- neerschieten
- boogschieten
- doorschieten
- machinegeweer
- prijsschieten
- voorlaadgeweer
- schietvoorraad
- repeteergeweer
- vuursteengeweer
- klimaatschieten
- spreidloopgeweer
- achterlaadgeweer