wijnjaar
Dutch (Brabantic)
/ˈʋɛi̯n.jaːr/
noun
Definitions
- vintage, the year in which the grapes for a given wine were harvested
Etymology
Compound from Dutch, Flemish wijn (wine, wijn) + Dutch, Flemish jaar (year).
Origin
Dutch (Brabantic)
jaar
Gloss
year
Concept
Semantic Field
Time
Ontological Category
Person/Thing
Kanji
年
Emoji
🗓️
Timeline
Distribution of cognates by language
Geogrpahic distribution of cognates
Cognates and derived terms
- -jarig Dutch, Flemish
- achterjaar Dutch, Flemish
- achttienjarig Dutch, Flemish
- appelwijn Dutch, Flemish
- bisjaar Dutch, Flemish
- bisschopswijn Dutch, Flemish
- boekjaar Dutch, Flemish
- braakwijn Dutch, Flemish
- brandewijn Dutch, Flemish
- bubbelwijn Dutch, Flemish
- dadelwijn Dutch, Flemish
- eeuwjaar Dutch, Flemish
- geboortejaar Dutch, Flemish
- gisterjaar Dutch, Flemish
- jaar Dutch, Flemish
- jaarabonnement Dutch, Flemish
- jaarbeurs Dutch, Flemish
- jaarboek Dutch, Flemish
- jaargang Dutch, Flemish
- jaargetij Dutch, Flemish
- jaargetijde Dutch, Flemish
- jaarlijks Dutch, Flemish
- jaarmarkt Dutch, Flemish
- jaartelling Dutch, Flemish
- jaartien Dutch, Flemish
- jaarverslag Dutch, Flemish
- jaarwisseling Dutch, Flemish
- jarig Dutch, Flemish
- kraamwijn Dutch, Flemish
- levensjaar Dutch, Flemish
- lichtjaar Dutch, Flemish
- meerjarig Dutch, Flemish
- minderjarig Dutch, Flemish
- miswijn Dutch, Flemish
- najaar Dutch, Flemish
- ooftwijn Dutch, Flemish
- oogstjaar Dutch, Flemish
- oudejaarsavond Dutch, Flemish
- palmwijn Dutch, Flemish
- rijstwijn Dutch, Flemish
- schrikkeljaar Dutch, Flemish
- schuimwijn Dutch, Flemish
- sterfjaar Dutch, Flemish
- voorjaar Dutch, Flemish
- vruchtenwijn Dutch, Flemish
- wijn Dutch, Flemish
- wijnazijn Dutch, Flemish
- wijnberg Dutch, Flemish
- wijnboer Dutch, Flemish
- wijnbouw Dutch, Flemish
- wijnfles Dutch, Flemish
- wijngaard Dutch, Flemish
- wijnglas Dutch, Flemish
- wijnhandelaar Dutch, Flemish
- wijnhelling Dutch, Flemish
- wijnhuis Dutch, Flemish
- wijnkelder Dutch, Flemish
- wijnoogst Dutch, Flemish
- wijnpers Dutch, Flemish
- wijnrank Dutch, Flemish
- wijnrood Dutch, Flemish
- wijnruit Dutch, Flemish
- wijnsteen Dutch, Flemish
- wijnvlek Dutch, Flemish
- witte wijn Dutch, Flemish
- zonnejaar Dutch, Flemish
- jâer Middle Dutch
- wijn Middle Dutch
- jaar Afrikaans
- wyn Afrikaans
- jār Old Dutch
- yari Sranan Tongo
- jaar
- wijn
- jarig
- najaar
- -jarig
- miswijn
- bisjaar
- wijnrank
- wijnfles
- wijnhuis
- wijnpers
- wijnglas
- eeuwjaar
- wijnvlek
- boekjaar
- palmwijn
- jaarboek
- jaargang
- wijnbouw
- voorjaar
- wijnberg
- jaartien
- wijnruit
- wijnrood
- wijnboer
- ooftwijn
- zonnejaar
- kraamwijn
- jaarmarkt
- jaarbeurs
- appelwijn
- wijnsteen
- sterfjaar
- jaargetij
- braakwijn
- meerjarig
- wijngaard
- wijnoogst
- rijstwijn
- jaarlijks
- wijnazijn
- lichtjaar
- oogstjaar
- dadelwijn
- schuimwijn
- levensjaar
- witte wijn
- gisterjaar
- brandewijn
- wijnkelder
- achterjaar
- bubbelwijn
- jaarverslag
- jaartelling
- wijnhelling
- jaargetijde
- minderjarig
- vruchtenwijn
- geboortejaar
- achttienjarig
- jaarwisseling
- bisschopswijn
- wijnhandelaar
- schrikkeljaar
- oudejaarsavond
- jaarabonnement