kattenmoeder
Dutch (Brabantic)
/ˈkɑ.tə(n)ˌmu.dər/
noun
Definitions
- (Belgium) a mother who neglects or mistreats her children; a bad mother
- mother cat
Etymology
Compound from Dutch, Flemish kat (cat, tip, vessel with wide fore and aft, gratuity) + Dutch, Flemish moeder (mother, uterus, womb).
Origin
Dutch (Brabantic)
moeder
Gloss
mother, uterus, womb
Concept
Semantic Field
Kinship
Ontological Category
Person/Thing
Kanji
母
Emoji
🤰 🤱 🤶
Timeline
Distribution of cognates by language
Geogrpahic distribution of cognates
Cognates and derived terms
- Catskill Mountains English
- Moederdag Dutch, Flemish
- aartsmoeder Dutch, Flemish
- baarmoeder Dutch, Flemish
- bakermoeder Dutch, Flemish
- behuwdmoeder Dutch, Flemish
- betovergrootmoeder Dutch, Flemish
- binnenmoeder Dutch, Flemish
- bonusmoeder Dutch, Flemish
- buitenmoeder Dutch, Flemish
- civetkat Dutch, Flemish
- duomoeder Dutch, Flemish
- grootmoeder Dutch, Flemish
- hondenmoeder Dutch, Flemish
- huiskat Dutch, Flemish
- kat Dutch, Flemish
- kathaai Dutch, Flemish
- kattebel Dutch, Flemish
- kattenbak Dutch, Flemish
- kattengat Dutch, Flemish
- kattenjong Dutch, Flemish
- kattenkop Dutch, Flemish
- kattenkruid Dutch, Flemish
- kattenkwaad Dutch, Flemish
- kattenluik Dutch, Flemish
- kattenvoer Dutch, Flemish
- kattin Dutch, Flemish
- katvanger Dutch, Flemish
- katvogel Dutch, Flemish
- knijpkat Dutch, Flemish
- koningin-moeder Dutch, Flemish
- kruikenmoeder Dutch, Flemish
- kunstmoeder Dutch, Flemish
- lapjeskat Dutch, Flemish
- mannetjeskat Dutch, Flemish
- meerkat Dutch, Flemish
- moeder Dutch, Flemish
- moederbord Dutch, Flemish
- moederfiets Dutch, Flemish
- moedergodin Dutch, Flemish
- moederhuis Dutch, Flemish
- moederland Dutch, Flemish
- moederliefde Dutch, Flemish
- moederlijk Dutch, Flemish
- moederloog Dutch, Flemish
- moedermelk Dutch, Flemish
- moedermoord Dutch, Flemish
- moedernaakt Dutch, Flemish
- moedernegotie Dutch, Flemish
- moederschap Dutch, Flemish
- moederschip Dutch, Flemish
- moedersterfte Dutch, Flemish
- moedertaal Dutch, Flemish
- moedervlek Dutch, Flemish
- moederziel alleen Dutch, Flemish
- moeraskat Dutch, Flemish
- muskuskat Dutch, Flemish
- onthaalmoeder Dutch, Flemish
- overgrootmoeder Dutch, Flemish
- pleegmoeder Dutch, Flemish
- ravenmoeder Dutch, Flemish
- rietkat Dutch, Flemish
- schoonmoeder Dutch, Flemish
- stiefmoeder Dutch, Flemish
- vrouwtjeskat Dutch, Flemish
- wijfjeskat Dutch, Flemish
- zeekat Dutch, Flemish
- zwerfkat Dutch, Flemish
- catte Middle Dutch
- moeder Middle Dutch
- kat Afrikaans
- moeder Afrikaans
- kat
- zeekat
- moeder
- kattin
- huiskat
- kathaai
- meerkat
- rietkat
- civetkat
- zwerfkat
- knijpkat
- kattebel
- katvogel
- lapjeskat
- kattenkop
- muskuskat
- Moederdag
- kattenbak
- katvanger
- moeraskat
- duomoeder
- kattengat
- baarmoeder
- wijfjeskat
- kattenluik
- moederlijk
- kattenvoer
- moederbord
- moedermelk
- moedertaal
- moederland
- moederhuis
- moedervlek
- kattenjong
- moederloog
- aartsmoeder
- kunstmoeder
- kattenkruid
- moedermoord
- pleegmoeder
- bonusmoeder
- grootmoeder
- moederfiets
- bakermoeder
- ravenmoeder
- moedergodin
- stiefmoeder
- moederschip
- moederschap
- moedernaakt
- kattenkwaad
- buitenmoeder
- hondenmoeder
- binnenmoeder
- schoonmoeder
- moederliefde
- mannetjeskat
- vrouwtjeskat
- behuwdmoeder
- onthaalmoeder
- moedersterfte
- kruikenmoeder
- moedernegotie
- koningin-moeder
- overgrootmoeder
- moederziel alleen
- betovergrootmoeder