avondeten
Dutch (Brabantic)
/ˈaːvɔntˌeːtə(n)/
noun
Definitions
- supper, dinner, evening meal
Etymology
Inherited from Middle Dutch avonteten compound from Dutch, Flemish avond (evening) + Dutch, Flemish eten (eat, food, meal).
Origin
Dutch (Brabantic)
eten
Gloss
eat, food, meal
Concept
Semantic Field
Food and drink
Ontological Category
Action/Process
Emoji
🍴 🍽️ 🔪 🥄 🥢
Timeline
Distribution of cognates by language
Geogrpahic distribution of cognates
Cognates and derived terms
- Avondland Dutch, Flemish
- aaseter Dutch, Flemish
- avond Dutch, Flemish
- avondbrood Dutch, Flemish
- avondjurk Dutch, Flemish
- avondklok Dutch, Flemish
- avondlijk Dutch, Flemish
- avondmaal Dutch, Flemish
- avondmaaltijd Dutch, Flemish
- avondmens Dutch, Flemish
- avondrood Dutch, Flemish
- avondschemer Dutch, Flemish
- avondschemering Dutch, Flemish
- avondschool Dutch, Flemish
- avondspitsuur Dutch, Flemish
- avondster Dutch, Flemish
- avondstond Dutch, Flemish
- avonduur Dutch, Flemish
- avondval Dutch, Flemish
- cabaretavond Dutch, Flemish
- eetappel Dutch, Flemish
- eetbui Dutch, Flemish
- eetgewoonte Dutch, Flemish
- eethuis Dutch, Flemish
- eetlust Dutch, Flemish
- eetpiraat Dutch, Flemish
- eetrijp Dutch, Flemish
- eetstokje Dutch, Flemish
- eetstoornis Dutch, Flemish
- eetwaar Dutch, Flemish
- eten Dutch, Flemish
- etensbak Dutch, Flemish
- etenstijd Dutch, Flemish
- etenswaar Dutch, Flemish
- eterij Dutch, Flemish
- herfstavond Dutch, Flemish
- kerstavond Dutch, Flemish
- lenteavond Dutch, Flemish
- mee-eten Dutch, Flemish
- mee-eter Dutch, Flemish
- middageten Dutch, Flemish
- opeten Dutch, Flemish
- oudejaarsavond Dutch, Flemish
- overeten Dutch, Flemish
- pakjesavond Dutch, Flemish
- sinterklaasavond Dutch, Flemish
- valavond Dutch, Flemish
- vooravond Dutch, Flemish
- vreten Dutch, Flemish
- winteravond Dutch, Flemish
- zomeravond Dutch, Flemish
- avonteten Middle Dutch
- âvont Middle Dutch
- ēten Middle Dutch
- aand Afrikaans
- aandete Afrikaans
- eet Afrikaans
- eten
- avond
- vreten
- opeten
- eterij
- eetbui
- eetlust
- eethuis
- eetrijp
- eetwaar
- aaseter
- mee-eten
- mee-eter
- overeten
- etensbak
- eetappel
- avondval
- avonduur
- valavond
- etenstijd
- avondklok
- avondmaal
- vooravond
- avondrood
- eetstokje
- Avondland
- avondjurk
- etenswaar
- avondmens
- avondlijk
- avondster
- eetpiraat
- avondbrood
- zomeravond
- kerstavond
- lenteavond
- avondstond
- middageten
- winteravond
- eetstoornis
- pakjesavond
- eetgewoonte
- herfstavond
- avondschool
- avondschemer
- cabaretavond
- avondmaaltijd
- avondspitsuur
- oudejaarsavond
- avondschemering
- sinterklaasavond