aardwarmte
Dutch (Brabantic)
/ˈaːrtˌʋɑrm.tə/
noun
Definitions
- geothermal heat, geothermal warmth
Etymology
Compound from Dutch, Flemish aarde (earth, soil, ground, -minded) + Dutch, Flemish warmte (warmth, heat).
Origin
Dutch (Brabantic)
warmte
Gloss
warmth, heat
Concept
Semantic Field
The physical world
Ontological Category
Person/Thing
Emoji
🌡️
Timeline
Distribution of cognates by language
Geogrpahic distribution of cognates
Cognates and derived terms
- aardappel Dutch, Flemish
- aardbeving Dutch, Flemish
- aardbodem Dutch, Flemish
- aarde Dutch, Flemish
- aardedonker Dutch, Flemish
- aarden Dutch, Flemish
- aardewerk Dutch, Flemish
- aardgewas Dutch, Flemish
- aardnoot Dutch, Flemish
- aardolie Dutch, Flemish
- aards Dutch, Flemish
- aardschok Dutch, Flemish
- aardsgezind Dutch, Flemish
- aardvarken Dutch, Flemish
- aardverschuiving Dutch, Flemish
- aardvrucht Dutch, Flemish
- aardworm Dutch, Flemish
- aluinaarde Dutch, Flemish
- boomaarde Dutch, Flemish
- buitenaards Dutch, Flemish
- eigenwarmte Dutch, Flemish
- keiaarde Dutch, Flemish
- lichaamswarmte Dutch, Flemish
- nestwarmte Dutch, Flemish
- onderaards Dutch, Flemish
- penaarde Dutch, Flemish
- pijpaarde Dutch, Flemish
- randaarde Dutch, Flemish
- warm Dutch, Flemish
- warmte Dutch, Flemish
- warmtewisselaar Dutch, Flemish
- wrijvingswarmte Dutch, Flemish
- zegelaarde Dutch, Flemish
- arde Indonesian
- warmte Middle Dutch
- āerde Middle Dutch
- aarde Afrikaans
- aardvark Afrikaans
- warmte Afrikaans
- warm
- aards
- aarde
- aarden
- warmte
- keiaarde
- aardworm
- aardolie
- aardnoot
- penaarde
- aardewerk
- aardbodem
- pijpaarde
- boomaarde
- randaarde
- aardschok
- aardappel
- aardgewas
- nestwarmte
- onderaards
- aluinaarde
- aardvarken
- aardbeving
- aardvrucht
- zegelaarde
- buitenaards
- aardsgezind
- eigenwarmte
- aardedonker
- lichaamswarmte
- wrijvingswarmte
- warmtewisselaar
- aardverschuiving