wisselspanning
Dutch (Brabantic)
noun
Definitions
- (electricity) alternating voltage
Etymology
Compound from Dutch, Flemish wisselen (change, exchange, replace, swap, barter) + Dutch, Flemish spanning (voltage, tension).
Origin
Dutch (Brabantic)
spanning
Gloss
voltage, tension
Timeline
Distribution of cognates by language
Geogrpahic distribution of cognates
Cognates and derived terms
- afwisselen Dutch, Flemish
- gelijkspanning Dutch, Flemish
- hoogspanning Dutch, Flemish
- inwisselen Dutch, Flemish
- laagspanning Dutch, Flemish
- oppervlaktespanning Dutch, Flemish
- overspanning Dutch, Flemish
- spannen Dutch, Flemish
- spanning Dutch, Flemish
- spanningsbron Dutch, Flemish
- spanningsmeter Dutch, Flemish
- uitwisselen Dutch, Flemish
- verwisselen Dutch, Flemish
- wissel Dutch, Flemish
- wisselaar Dutch, Flemish
- wisselen Dutch, Flemish
- wisselgebit Dutch, Flemish
- wisselgeld Dutch, Flemish
- wisseling Dutch, Flemish
- wisselkantoor Dutch, Flemish
- wisselkoers Dutch, Flemish
- wisselstroom Dutch, Flemish
- wisselstuk Dutch, Flemish
- wisselvallig Dutch, Flemish
- wisselwerking Dutch, Flemish
- spaning Indonesian
- wisselen Middle Dutch
- wissel
- spannen
- wisselen
- spanning
- wisselaar
- wisseling
- afwisselen
- wisselgeld
- inwisselen
- wisselstuk
- verwisselen
- uitwisselen
- wisselgebit
- wisselkoers
- hoogspanning
- wisselvallig
- wisselstroom
- overspanning
- laagspanning
- wisselkantoor
- wisselwerking
- spanningsbron
- gelijkspanning
- spanningsmeter
- oppervlaktespanning