wagenziek
Dutch (Brabantic)
adj
Definitions
- carsick
Etymology
Compound from Dutch, Flemish wagen (wagon, car, cart, vehicle, dare, also to move, move, stir, venture) + Dutch, Flemish ziek (sick, ill).
Origin
Dutch (Brabantic)
ziek
Gloss
sick, ill
Concept
Semantic Field
The body
Ontological Category
Other
Kanji
患
Emoji
🌡️ 💉 💊 😷 🤒 🤮
Timeline
Distribution of cognates by language
Geogrpahic distribution of cognates
Cognates and derived terms
- waggon English
- wagon English
- aanhangwagen Dutch, Flemish
- bedilziek Dutch, Flemish
- behaagziek Dutch, Flemish
- belgziek Dutch, Flemish
- benenwagen Dutch, Flemish
- bestelwagen Dutch, Flemish
- bolderwagen Dutch, Flemish
- burgerwagen Dutch, Flemish
- dansziek Dutch, Flemish
- dobbelziek Dutch, Flemish
- doodziek Dutch, Flemish
- dweepziek Dutch, Flemish
- geestesziek Dutch, Flemish
- hooiwagen Dutch, Flemish
- ijscowagen Dutch, Flemish
- kibbelziek Dutch, Flemish
- kinderwagen Dutch, Flemish
- koelwagen Dutch, Flemish
- kruiwagen Dutch, Flemish
- luchtziek Dutch, Flemish
- maanziek Dutch, Flemish
- manziek Dutch, Flemish
- mijnwagen Dutch, Flemish
- minziek Dutch, Flemish
- ossenwagen Dutch, Flemish
- pantserwagen Dutch, Flemish
- politiewagen Dutch, Flemish
- praalwagen Dutch, Flemish
- praalziek Dutch, Flemish
- praatziek Dutch, Flemish
- pronkziek Dutch, Flemish
- ruimteziek Dutch, Flemish
- scheldziek Dutch, Flemish
- schendziek Dutch, Flemish
- schenziek Dutch, Flemish
- schoolziek Dutch, Flemish
- sleepwagen Dutch, Flemish
- spilziek Dutch, Flemish
- steekwagen Dutch, Flemish
- strijdwagen Dutch, Flemish
- strontziek Dutch, Flemish
- strooiwagen Dutch, Flemish
- suikerziek Dutch, Flemish
- takelwagen Dutch, Flemish
- tankwagen Dutch, Flemish
- twistziek Dutch, Flemish
- vechtwagen Dutch, Flemish
- verhuiswagen Dutch, Flemish
- vervolgziek Dutch, Flemish
- vrachtwagen Dutch, Flemish
- waaghals Dutch, Flemish
- wagen Dutch, Flemish
- wagenburcht Dutch, Flemish
- wagenburg Dutch, Flemish
- wagenmenner Dutch, Flemish
- wagenpark Dutch, Flemish
- wagenziekte Dutch, Flemish
- winkelwagen Dutch, Flemish
- zeeziek Dutch, Flemish
- ziek Dutch, Flemish
- ziekbed Dutch, Flemish
- ziekelijk Dutch, Flemish
- ziekenwagen Dutch, Flemish
- ziekte Dutch, Flemish
- zijspanwagen Dutch, Flemish
- *weǵʰ- Proto-Indo-European
- *wagnaz Proto-Germanic
- siec Middle Dutch
- siek Middle Dutch
- wagen Middle Dutch
- siek Afrikaans
- wa Afrikaans
- wagi Sranan Tongo
- ziek
- wagen
- ziekte
- manziek
- minziek
- ziekbed
- zeeziek
- spilziek
- maanziek
- waaghals
- belgziek
- dansziek
- doodziek
- ziekelijk
- kruiwagen
- dweepziek
- praatziek
- wagenpark
- mijnwagen
- schenziek
- tankwagen
- hooiwagen
- koelwagen
- bedilziek
- pronkziek
- wagenburg
- twistziek
- praalziek
- luchtziek
- schoolziek
- ijscowagen
- kibbelziek
- sleepwagen
- dobbelziek
- schendziek
- vechtwagen
- behaagziek
- suikerziek
- benenwagen
- ossenwagen
- ruimteziek
- scheldziek
- steekwagen
- praalwagen
- takelwagen
- strontziek
- wagenmenner
- wagenziekte
- ziekenwagen
- wagenburcht
- vervolgziek
- burgerwagen
- vrachtwagen
- strooiwagen
- strijdwagen
- bestelwagen
- winkelwagen
- kinderwagen
- geestesziek
- bolderwagen
- zijspanwagen
- verhuiswagen
- politiewagen
- aanhangwagen
- pantserwagen