vogelbekdier
Dutch (Brabantic)
/ˈʋoːɣəlˌbɛkˌdiːr/
noun
Definitions
- platypus
- ornithorhynchid, any member of the family Ornithorhynchidae of platypuses and close relatives.
Etymology
Compound from Dutch, Flemish vogel (bird, dude, cat, critter, person) + Dutch, Flemish bek (beak, animal's mouth, trap, maw, mouth)+ Dutch, Flemish dier (animal, dear, precious, beast, creature).
Origin
Dutch (Brabantic)
dier
Gloss
animal, dear, precious, beast, creature
Concept
Semantic Field
Animals
Ontological Category
Classifier
Kanji
獣
Emoji
🏇 🐋 🐙 🐟️ 🐠 🐡 🐬 🐳 🐻❄️ 🐾 🦈 🦐 🦑
Timeline
Distribution of cognates by language
Geogrpahic distribution of cognates
Cognates and derived terms
- fowl English
- aasvogel Dutch, Flemish
- bek Dutch, Flemish
- bekkesnijden Dutch, Flemish
- bekvechten Dutch, Flemish
- bloemdier Dutch, Flemish
- breedbekkikker Dutch, Flemish
- buideldier Dutch, Flemish
- chordadier Dutch, Flemish
- circusdier Dutch, Flemish
- cloacadier Dutch, Flemish
- dagdier Dutch, Flemish
- dier Dutch, Flemish
- dierbaar Dutch, Flemish
- dierdicht Dutch, Flemish
- dierenarts Dutch, Flemish
- dierenbescherming Dutch, Flemish
- dierenbeul Dutch, Flemish
- dierendag Dutch, Flemish
- dierendicht Dutch, Flemish
- dierendienst Dutch, Flemish
- dierenepos Dutch, Flemish
- dierengedicht Dutch, Flemish
- dierenhuid Dutch, Flemish
- dierenleed Dutch, Flemish
- dierenmishandeling Dutch, Flemish
- dierenpark Dutch, Flemish
- dierenperk Dutch, Flemish
- dierenpsycholoog Dutch, Flemish
- dierenrechten Dutch, Flemish
- dierenriem Dutch, Flemish
- dierentuin Dutch, Flemish
- dierenvriend Dutch, Flemish
- dierenwelzijn Dutch, Flemish
- dierenwereld Dutch, Flemish
- dierenwinkel Dutch, Flemish
- dierepos Dutch, Flemish
- diergaarde Dutch, Flemish
- diergedicht Dutch, Flemish
- diergedrag Dutch, Flemish
- diergeneeskunde Dutch, Flemish
- dierkunde Dutch, Flemish
- dierlijk Dutch, Flemish
- dieronterend Dutch, Flemish
- dierperk Dutch, Flemish
- dierproef Dutch, Flemish
- diersoort Dutch, Flemish
- diervriendelijk Dutch, Flemish
- fabeldier Dutch, Flemish
- geilbek Dutch, Flemish
- geluksvogel Dutch, Flemish
- gleufdier Dutch, Flemish
- gordeldier Dutch, Flemish
- hoefdier Dutch, Flemish
- holtedier Dutch, Flemish
- hoorndier Dutch, Flemish
- ijsvogel Dutch, Flemish
- jazzvogel Dutch, Flemish
- kanarievogel Dutch, Flemish
- katvogel Dutch, Flemish
- kerfdier Dutch, Flemish
- knaagdier Dutch, Flemish
- knuffeldier Dutch, Flemish
- koraaldier Dutch, Flemish
- kraanvogel Dutch, Flemish
- krokodillenbek Dutch, Flemish
- kruipdier Dutch, Flemish
- kuddedier Dutch, Flemish
- landdier Dutch, Flemish
- lekkerbek Dutch, Flemish
- lokvogel Dutch, Flemish
- loopvogel Dutch, Flemish
- maagzakdier Dutch, Flemish
- manteldier Dutch, Flemish
- muildier Dutch, Flemish
- nachtdier Dutch, Flemish
- neteldier Dutch, Flemish
- neushoornvogel Dutch, Flemish
- nutsdier Dutch, Flemish
- olifantsvogel Dutch, Flemish
- ondier Dutch, Flemish
- ongeluksvogel Dutch, Flemish
- paardenbek Dutch, Flemish
- pantoffeldier Dutch, Flemish
- paradijsvogel Dutch, Flemish
- partijdier Dutch, Flemish
- pechvogel Dutch, Flemish
- pelsdier Dutch, Flemish
- pestvogel Dutch, Flemish
- placentadier Dutch, Flemish
- prieelvogel Dutch, Flemish
- proefdier Dutch, Flemish
- prooidier Dutch, Flemish
- rendier Dutch, Flemish
- reusdier Dutch, Flemish
- reuzedier Dutch, Flemish
- reuzendier Dutch, Flemish
- rijdier Dutch, Flemish
- roofdier Dutch, Flemish
- roofvogel Dutch, Flemish
- sabeldier Dutch, Flemish
- schaaldier Dutch, Flemish
- schelpdier Dutch, Flemish
- schoenbekooievaar Dutch, Flemish
- schubdier Dutch, Flemish
- secretarisvogel Dutch, Flemish
- slurfdier Dutch, Flemish
- snaveldier Dutch, Flemish
- speelvogel Dutch, Flemish
- spookdier Dutch, Flemish
- standvogel Dutch, Flemish
- stinkdier Dutch, Flemish
- stinkvogel Dutch, Flemish
- stootvogel Dutch, Flemish
- struisvogel Dutch, Flemish
- trekdier Dutch, Flemish
- trekvogel Dutch, Flemish
- troeteldier Dutch, Flemish
- vingerdier Dutch, Flemish
- vogel Dutch, Flemish
- vogelaar Dutch, Flemish
- vogelachtig Dutch, Flemish
- vogelfauna Dutch, Flemish
- vogelgriep Dutch, Flemish
- vogelhuis Dutch, Flemish
- vogelkenner Dutch, Flemish
- vogelkooi Dutch, Flemish
- vogelkunde Dutch, Flemish
- vogelmelk Dutch, Flemish
- vogelnest Dutch, Flemish
- vogelperspectief Dutch, Flemish
- vogelpest Dutch, Flemish
- vogelpik Dutch, Flemish
- vogelpoep Dutch, Flemish
- vogelspotter Dutch, Flemish
- vogelstruis Dutch, Flemish
- vogeltrek Dutch, Flemish
- vogelverschrikker Dutch, Flemish
- vogelvlucht Dutch, Flemish
- vogelvrij Dutch, Flemish
- vogelwichelaar Dutch, Flemish
- vogelwichelarij Dutch, Flemish
- vogelzaad Dutch, Flemish
- vuurvogel Dutch, Flemish
- waardvogel Dutch, Flemish
- walgvogel Dutch, Flemish
- waterdier Dutch, Flemish
- watervogel Dutch, Flemish
- werkdier Dutch, Flemish
- werveldier Dutch, Flemish
- zangvogel Dutch, Flemish
- zeedier Dutch, Flemish
- zoogdier Dutch, Flemish
- zwemvogel Dutch, Flemish
- bec Middle Dutch
- dier Middle Dutch
- vōgel Middle Dutch
- bek Afrikaans
- dier Afrikaans
- voël Afrikaans
- bek
- dier
- vogel
- ondier
- rijdier
- dagdier
- rendier
- geilbek
- zeedier
- lokvogel
- katvogel
- aasvogel
- reusdier
- trekdier
- kerfdier
- muildier
- dierepos
- vogelaar
- dierperk
- roofdier
- landdier
- vogelpik
- werkdier
- ijsvogel
- dierlijk
- zoogdier
- dierbaar
- pelsdier
- nutsdier
- hoefdier
- dierdicht
- diersoort
- dierendag
- gleufdier
- zangvogel
- walgvogel
- vogelvrij
- vogelkooi
- fabeldier
- knaagdier
- holtedier
- nachtdier
- reuzedier
- stinkdier
- vuurvogel
- loopvogel
- pestvogel
- slurfdier
- proefdier
- dierkunde
- dierproef
- prooidier
- kruipdier
- jazzvogel
- lekkerbek
- pechvogel
- vogeltrek
- sabeldier
- vogelhuis
- vogelnest
- waterdier
- kuddedier
- vogelmelk
- hoorndier
- spookdier
- neteldier
- vogelpest
- vogelzaad
- roofvogel
- trekvogel
- schubdier
- vogelpoep
- zwemvogel
- bloemdier
- waardvogel
- vogelgriep
- dierenarts
- cloacadier
- circusdier
- werveldier
- reuzendier
- vingerdier
- schaaldier
- stootvogel
- chordadier
- dierenbeul
- watervogel
- dierenepos
- vogelfauna
- dierenleed
- dierenriem
- dierentuin
- manteldier
- partijdier
- stinkvogel
- schelpdier
- buideldier
- bekvechten
- kraanvogel
- dierenperk
- dierenhuid
- speelvogel
- gordeldier
- paardenbek
- diergedrag
- dierenpark
- standvogel
- koraaldier
- snaveldier
- diergaarde
- vogelkunde
- diergedicht
- struisvogel
- vogelvlucht
- vogelstruis
- dierendicht
- geluksvogel
- prieelvogel
- vogelachtig
- vogelkenner
- knuffeldier
- troeteldier
- maagzakdier
- bekkesnijden
- dierenwinkel
- vogelspotter
- dierendienst
- placentadier
- dierenwereld
- kanarievogel
- dieronterend
- dierenvriend
- dierenrechten
- pantoffeldier
- paradijsvogel
- ongeluksvogel
- olifantsvogel
- dierenwelzijn
- dierengedicht
- krokodillenbek
- vogelwichelaar
- breedbekkikker
- neushoornvogel
- vogelwichelarij
- secretarisvogel
- diergeneeskunde
- diervriendelijk
- dierenpsycholoog
- vogelperspectief
- vogelverschrikker
- schoenbekooievaar
- dierenbescherming
- dierenmishandeling