terugblik
Dutch (Brabantic)
noun
Definitions
- retrospect, flashback
Etymology
Compound from Dutch, Flemish terug (back, again) + Dutch, Flemish blik (glance, tin can, look, can, metal, tincan, container, view).
Origin
Dutch (Brabantic)
blik
Gloss
glance, tin can, look, can, metal, tincan, container, view
Concept
Semantic Field
Sense perception
Ontological Category
Action/Process
Kanji
缶
Emoji
Timeline
Distribution of cognates by language
Geogrpahic distribution of cognates
Cognates and derived terms
- aanblik Dutch, Flemish
- blik Dutch, Flemish
- blikken Dutch, Flemish
- bliklopen Dutch, Flemish
- blikschade Dutch, Flemish
- blikslager Dutch, Flemish
- blikvanger Dutch, Flemish
- cakeblik Dutch, Flemish
- conservenblik Dutch, Flemish
- inblikken Dutch, Flemish
- koekblik Dutch, Flemish
- ogenblik Dutch, Flemish
- rug Dutch, Flemish
- te Dutch, Flemish
- terug Dutch, Flemish
- terugbellen Dutch, Flemish
- terugbrengen Dutch, Flemish
- terugdringen Dutch, Flemish
- terugfluiten Dutch, Flemish
- teruggaan Dutch, Flemish
- teruggave Dutch, Flemish
- teruggeven Dutch, Flemish
- teruggrijpen Dutch, Flemish
- terughalen Dutch, Flemish
- terugkaatsen Dutch, Flemish
- terugkeren Dutch, Flemish
- terugkijken Dutch, Flemish
- terugkomen Dutch, Flemish
- teruglopen Dutch, Flemish
- terugnemen Dutch, Flemish
- terugplooien Dutch, Flemish
- terugreis Dutch, Flemish
- terugschrikken Dutch, Flemish
- terugspoelen Dutch, Flemish
- terugstellen Dutch, Flemish
- terugsturen Dutch, Flemish
- terugtocht Dutch, Flemish
- terugtreden Dutch, Flemish
- terugtrekken Dutch, Flemish
- teruguit Dutch, Flemish
- terugval Dutch, Flemish
- terugvallen Dutch, Flemish
- terugvinden Dutch, Flemish
- terugwaarts Dutch, Flemish
- terugzetten Dutch, Flemish
- terugzien Dutch, Flemish
- vooruitblik Dutch, Flemish
- blic Middle Dutch
- blek Javanese
- te
- rug
- blik
- terug
- blikken
- aanblik
- koekblik
- ogenblik
- terugval
- teruguit
- cakeblik
- bliklopen
- terugreis
- inblikken
- terugzien
- teruggaan
- teruggave
- terughalen
- teruggeven
- terugkeren
- terugnemen
- teruglopen
- blikschade
- blikvanger
- terugkomen
- terugtocht
- blikslager
- vooruitblik
- terugsturen
- terugwaarts
- terugbellen
- terugzetten
- terugkijken
- terugvallen
- terugtreden
- terugvinden
- terugtrekken
- terugdringen
- terugfluiten
- teruggrijpen
- terugbrengen
- terugspoelen
- terugstellen
- terugplooien
- terugkaatsen
- conservenblik
- terugschrikken