tegenhanger
Dutch (Brabantic)
noun
Definitions
- counterpart
Etymology
Compound from Dutch, Flemish tegen (against, counter-, counter, opposite, contra-, anti) + Dutch, Flemish hanger (hanger).
Origin
Dutch (Brabantic)
hanger
Gloss
hanger
Timeline
Distribution of cognates by language
Geogrpahic distribution of cognates
Cognates and derived terms
- hangen Dutch, Flemish
- hanger Dutch, Flemish
- kleerhanger Dutch, Flemish
- sleutelhanger Dutch, Flemish
- tegen Dutch, Flemish
- tegenaanval Dutch, Flemish
- tegenbegroting Dutch, Flemish
- tegenbericht Dutch, Flemish
- tegencoup Dutch, Flemish
- tegencultuur Dutch, Flemish
- tegendeel Dutch, Flemish
- tegendemonstrant Dutch, Flemish
- tegengaan Dutch, Flemish
- tegengif Dutch, Flemish
- tegengift Dutch, Flemish
- tegenhouden Dutch, Flemish
- tegenkomen Dutch, Flemish
- tegenligger Dutch, Flemish
- tegenmijn Dutch, Flemish
- tegenmijnen Dutch, Flemish
- tegenoffensief Dutch, Flemish
- tegenpartij Dutch, Flemish
- tegenpaus Dutch, Flemish
- tegenploeg Dutch, Flemish
- tegenslag Dutch, Flemish
- tegenspartelen Dutch, Flemish
- tegenspeler Dutch, Flemish
- tegenspoed Dutch, Flemish
- tegenspraak Dutch, Flemish
- tegenspreken Dutch, Flemish
- tegenstaan Dutch, Flemish
- tegenstaatsgreep Dutch, Flemish
- tegenstelling Dutch, Flemish
- tegenstreven Dutch, Flemish
- tegenvallen Dutch, Flemish
- tegenvoeter Dutch, Flemish
- tegenvuur Dutch, Flemish
- tegenwerken Dutch, Flemish
- tegenwerpen Dutch, Flemish
- tegenwicht Dutch, Flemish
- tegenwind Dutch, Flemish
- tegenwoordig Dutch, Flemish
- tegenzin Dutch, Flemish
- tegenzitten Dutch, Flemish
- voorhanger Dutch, Flemish
- hanger Indonesian
- tegen Middle Dutch
- teen Afrikaans
- tegen
- hangen
- hanger
- tegenzin
- tegengif
- tegencoup
- tegenmijn
- tegengaan
- tegenvuur
- tegengift
- tegenwind
- tegendeel
- tegenpaus
- tegenslag
- tegenwicht
- tegenploeg
- tegenkomen
- voorhanger
- tegenstaan
- tegenspoed
- tegenligger
- tegenaanval
- kleerhanger
- tegenpartij
- tegenzitten
- tegenvoeter
- tegenvallen
- tegenwerken
- tegenhouden
- tegenspeler
- tegenwerpen
- tegenmijnen
- tegenspraak
- tegenspreken
- tegenwoordig
- tegenstreven
- tegencultuur
- tegenbericht
- sleutelhanger
- tegenstelling
- tegenbegroting
- tegenspartelen
- tegenoffensief
- tegendemonstrant
- tegenstaatsgreep