standbeeld
Dutch (Brabantic)
/ˈstɑnt.beːlt/
noun
Definitions
- statue
Etymology
Compound from Dutch, Flemish stand (estate, stand, standing, position, class, stock) + Dutch, Flemish beeld (image, statue, picture, sign)derived from Latin statua.
Origin
Latin
statua
Gloss
Timeline
Distribution of cognates by language
Geogrpahic distribution of cognates
Cognates and derived terms
- statua Latin
- Statue German
- Vrijheidsbeeld Dutch, Flemish
- aambeeld Dutch, Flemish
- achterstand Dutch, Flemish
- adelstand Dutch, Flemish
- afgodsbeeld Dutch, Flemish
- afstand Dutch, Flemish
- beeld Dutch, Flemish
- beeldbuis Dutch, Flemish
- beeldelement Dutch, Flemish
- beelden Dutch, Flemish
- beeldenstorm Dutch, Flemish
- beeldhouwen Dutch, Flemish
- beeldig Dutch, Flemish
- beeldmontage Dutch, Flemish
- beeldpunt Dutch, Flemish
- beeldscherm Dutch, Flemish
- beeldscherpte Dutch, Flemish
- beeldschoon Dutch, Flemish
- beeldsnijwerk Dutch, Flemish
- beeldspraak Dutch, Flemish
- beeldvorming Dutch, Flemish
- beeltenis Dutch, Flemish
- bestand Dutch, Flemish
- bijstand Dutch, Flemish
- bloedbeeld Dutch, Flemish
- boegbeeld Dutch, Flemish
- boerenstand Dutch, Flemish
- borstbeeld Dutch, Flemish
- breedbeeld Dutch, Flemish
- burgerstand Dutch, Flemish
- denkbeeld Dutch, Flemish
- godenbeeld Dutch, Flemish
- grondwaterstand Dutch, Flemish
- handstand Dutch, Flemish
- heiligenbeeld Dutch, Flemish
- hoogstand Dutch, Flemish
- ideaalbeeld Dutch, Flemish
- inbeelden Dutch, Flemish
- klankbeeld Dutch, Flemish
- kruisbeeld Dutch, Flemish
- lichtbeeld Dutch, Flemish
- middenstand Dutch, Flemish
- misstand Dutch, Flemish
- omstandig Dutch, Flemish
- omstandigheid Dutch, Flemish
- proefstand Dutch, Flemish
- schrikbeeld Dutch, Flemish
- slaapstand Dutch, Flemish
- spiegelbeeld Dutch, Flemish
- stand Dutch, Flemish
- standenvergadering Dutch, Flemish
- standplaats Dutch, Flemish
- standpunt Dutch, Flemish
- standvastig Dutch, Flemish
- standvis Dutch, Flemish
- standvogel Dutch, Flemish
- standwild Dutch, Flemish
- sterrenbeeld Dutch, Flemish
- stilstand Dutch, Flemish
- toonbeeld Dutch, Flemish
- uitbeelden Dutch, Flemish
- visstand Dutch, Flemish
- voorbeeld Dutch, Flemish
- waanbeeld Dutch, Flemish
- wapenstand Dutch, Flemish
- wederbeeld Dutch, Flemish
- weerstand Dutch, Flemish
- welstand Dutch, Flemish
- wereldbeeld Dutch, Flemish
- zelfbeeld Dutch, Flemish
- ziektebeeld Dutch, Flemish
- zinnebeeld Dutch, Flemish
- estatua Spanish, Castilian
- statue Norwegian Bokmål
- statue Norwegian Nynorsk
- statue Old French
- estàtua Catalan, Valencian
- estatua Galician
- bēelde Middle Dutch
- beeld Afrikaans
- stand Afrikaans
- standbeeld Afrikaans
- *biliþī gmw-pro
- *stand Old Dutch
- статуа Macedonian
- estatua Occitan
- estatua Asturian
- beeld Scots
- stàtua Sicilian
- stand
- beeld
- afstand
- beeldig
- bestand
- beelden
- aambeeld
- standvis
- bijstand
- visstand
- misstand
- welstand
- standpunt
- beeldpunt
- beeltenis
- waanbeeld
- omstandig
- handstand
- denkbeeld
- zelfbeeld
- beeldbuis
- weerstand
- standwild
- inbeelden
- voorbeeld
- adelstand
- toonbeeld
- stilstand
- boegbeeld
- hoogstand
- wapenstand
- slaapstand
- borstbeeld
- zinnebeeld
- godenbeeld
- uitbeelden
- wederbeeld
- kruisbeeld
- standvogel
- bloedbeeld
- proefstand
- lichtbeeld
- klankbeeld
- breedbeeld
- beeldscherm
- middenstand
- ideaalbeeld
- afgodsbeeld
- schrikbeeld
- burgerstand
- beeldspraak
- boerenstand
- ziektebeeld
- wereldbeeld
- beeldschoon
- achterstand
- standplaats
- beeldhouwen
- standvastig
- beeldenstorm
- beeldvorming
- sterrenbeeld
- beeldmontage
- beeldelement
- spiegelbeeld
- beeldsnijwerk
- beeldscherpte
- omstandigheid
- heiligenbeeld
- Vrijheidsbeeld
- grondwaterstand
- standenvergadering