sneltrein
Dutch (Brabantic)
noun
Definitions
- express train
Etymology
Compound from Dutch, Flemish snel (fast, rapid) + Dutch, Flemish trein (train).
Origin
Dutch (Brabantic)
trein
Gloss
train
Concept
Semantic Field
Modern world
Ontological Category
Person/Thing
Emoji
🚂 🚂 🚃 🚄 🚅 🚉 🚝 🛤️
Timeline
Distribution of cognates by language
Geogrpahic distribution of cognates
Cognates and derived terms
- bliksemsnel Dutch, Flemish
- boemeltrein Dutch, Flemish
- dieseltrein Dutch, Flemish
- flitstrein Dutch, Flemish
- forensentrein Dutch, Flemish
- goederentrein Dutch, Flemish
- hogesnelheidstrein Dutch, Flemish
- hospitaaltrein Dutch, Flemish
- modeltrein Dutch, Flemish
- nachttrein Dutch, Flemish
- pantsertrein Dutch, Flemish
- pijlsnel Dutch, Flemish
- smalspoortrein Dutch, Flemish
- snel Dutch, Flemish
- snelheid Dutch, Flemish
- snelkookpan Dutch, Flemish
- snelkookrijst Dutch, Flemish
- snelkoppeling Dutch, Flemish
- snelschrift Dutch, Flemish
- snelspanner Dutch, Flemish
- sneltest Dutch, Flemish
- snelverband Dutch, Flemish
- snelverkeer Dutch, Flemish
- snelweg Dutch, Flemish
- spooktrein Dutch, Flemish
- stoomtrein Dutch, Flemish
- stoptrein Dutch, Flemish
- stroomtrein Dutch, Flemish
- trein Dutch, Flemish
- treinstation Dutch, Flemish
- treinstel Dutch, Flemish
- treintrekker Dutch, Flemish
- treinwagon Dutch, Flemish
- zweeftrein Dutch, Flemish
- snel Middle Dutch
- trein Afrikaans
- train Middle French
- snel
- trein
- snelweg
- snelheid
- sneltest
- pijlsnel
- stoptrein
- treinstel
- stoomtrein
- treinwagon
- spooktrein
- nachttrein
- flitstrein
- zweeftrein
- modeltrein
- snelverband
- stroomtrein
- snelschrift
- dieseltrein
- snelspanner
- bliksemsnel
- snelverkeer
- snelkookpan
- boemeltrein
- treinstation
- pantsertrein
- treintrekker
- snelkookrijst
- forensentrein
- goederentrein
- snelkoppeling
- smalspoortrein
- hospitaaltrein
- hogesnelheidstrein