melkslang
Dutch (Brabantic)
noun
Definitions
- milk snake
Etymology
Compound from Dutch, Flemish melk (milk) + Dutch, Flemish slang (snake, hose, slang, serpent).
Origin
Dutch (Brabantic)
slang
Gloss
snake, hose, slang, serpent
Concept
Semantic Field
Animals
Ontological Category
Person/Thing
Kanji
蛇
Emoji
Timeline
Distribution of cognates by language
Geogrpahic distribution of cognates
Cognates and derived terms
- Melkweg Dutch, Flemish
- Slangendrager Dutch, Flemish
- aardbeienmelk Dutch, Flemish
- aardslang Dutch, Flemish
- afgodslang Dutch, Flemish
- afgodsslang Dutch, Flemish
- amandelmelk Dutch, Flemish
- aspisslang Dutch, Flemish
- biestmelk Dutch, Flemish
- bijenmelk Dutch, Flemish
- boomslang Dutch, Flemish
- borstmelk Dutch, Flemish
- brandslang Dutch, Flemish
- brilslang Dutch, Flemish
- cacaomelk Dutch, Flemish
- chocolademelk Dutch, Flemish
- geitenmelk Dutch, Flemish
- gifslang Dutch, Flemish
- giftslang Dutch, Flemish
- gletsjermelk Dutch, Flemish
- havermelk Dutch, Flemish
- heksenmelk Dutch, Flemish
- jakmelk Dutch, Flemish
- karnemelk Dutch, Flemish
- koeienmelk Dutch, Flemish
- koemelk Dutch, Flemish
- koffiemelk Dutch, Flemish
- kokosmelk Dutch, Flemish
- korenslang Dutch, Flemish
- kousenbandslang Dutch, Flemish
- melk Dutch, Flemish
- melkboer Dutch, Flemish
- melkbrood Dutch, Flemish
- melkchocola Dutch, Flemish
- melkchocolade Dutch, Flemish
- melkfles Dutch, Flemish
- melkgebit Dutch, Flemish
- melkglas Dutch, Flemish
- melkkoe Dutch, Flemish
- melkpoeder Dutch, Flemish
- melksuiker Dutch, Flemish
- melktand Dutch, Flemish
- melkvee Dutch, Flemish
- melkveehouderij Dutch, Flemish
- melkzuur Dutch, Flemish
- moedermelk Dutch, Flemish
- ratelslang Dutch, Flemish
- ringslang Dutch, Flemish
- sawaslang Dutch, Flemish
- slang Dutch, Flemish
- slangenarend Dutch, Flemish
- slangengif Dutch, Flemish
- slangengift Dutch, Flemish
- slangenkuil Dutch, Flemish
- slangenmens Dutch, Flemish
- slangster Dutch, Flemish
- sojamelk Dutch, Flemish
- stofzuigerslang Dutch, Flemish
- tapijtslang Dutch, Flemish
- trapslang Dutch, Flemish
- tuinslang Dutch, Flemish
- vogelmelk Dutch, Flemish
- waterslang Dutch, Flemish
- wolfsmelk Dutch, Flemish
- wurgslang Dutch, Flemish
- zeeslang Dutch, Flemish
- slang Indonesian
- melc Middle Dutch
- slange Middle Dutch
- melk Afrikaans
- slang Afrikaans
- melek Tok Pisin
- merki Sranan Tongo
- slang Limburgan, Limburger, Limburgish
- melk Dutch Low Saxon
- slangi Berbice Creole Dutch
- melk
- slang
- melkkoe
- jakmelk
- koemelk
- Melkweg
- melkvee
- melktand
- gifslang
- zeeslang
- sojamelk
- melkzuur
- melkboer
- melkfles
- melkglas
- cacaomelk
- giftslang
- havermelk
- melkbrood
- boomslang
- slangster
- wolfsmelk
- sawaslang
- ringslang
- vogelmelk
- biestmelk
- kokosmelk
- brilslang
- borstmelk
- wurgslang
- tuinslang
- karnemelk
- aardslang
- trapslang
- melkgebit
- bijenmelk
- koeienmelk
- aspisslang
- afgodslang
- melksuiker
- melkpoeder
- heksenmelk
- waterslang
- ratelslang
- moedermelk
- slangengif
- koffiemelk
- geitenmelk
- brandslang
- korenslang
- melkchocola
- slangenkuil
- slangengift
- slangenmens
- tapijtslang
- afgodsslang
- amandelmelk
- slangenarend
- gletsjermelk
- Slangendrager
- aardbeienmelk
- chocolademelk
- melkchocolade
- melkveehouderij
- kousenbandslang
- stofzuigerslang