kaartenbak
Dutch (Brabantic)
/ˈkaːr.tə(n)ˌbɑk/
noun
Definitions
- filing cabinet
Etymology
Compound from Dutch, Flemish kaart (card, map, document) + Dutch, Flemish bak (box, container, tray, chin, car, cheek, ride, crate, vehicle, theatre box, tub, vessel, rear, sidecar, case).
Origin
Dutch (Brabantic)
bak
Gloss
box, container, tray, chin, car, cheek, ride, crate, vehicle, theatre box, tub, vessel, rear, sidecar, case
Concept
Semantic Field
Modern world
Ontological Category
Action/Process
Kanji
箱
Emoji
🥊 🍱 🎁 📁 📂 📤️ 📥️ 📦️ 🗃️ 🗄️ 🗳️ 🧃
Timeline
Distribution of cognates by language
Geogrpahic distribution of cognates
Cognates and derived terms
- achterbak Dutch, Flemish
- afvalbak Dutch, Flemish
- afwasbak Dutch, Flemish
- asbak Dutch, Flemish
- bak Dutch, Flemish
- bakbaard Dutch, Flemish
- bakbeest Dutch, Flemish
- bakboord Dutch, Flemish
- bakfiets Dutch, Flemish
- bakkebaard Dutch, Flemish
- bakkenist Dutch, Flemish
- bakkes Dutch, Flemish
- baktand Dutch, Flemish
- bloembak Dutch, Flemish
- briefkaart Dutch, Flemish
- broeibak Dutch, Flemish
- bullebak Dutch, Flemish
- cadeaukaart Dutch, Flemish
- engelenbak Dutch, Flemish
- etensbak Dutch, Flemish
- fichebak Dutch, Flemish
- fietskaart Dutch, Flemish
- geluidskaart Dutch, Flemish
- glasbak Dutch, Flemish
- handbak Dutch, Flemish
- hemelkaart Dutch, Flemish
- identiteitskaart Dutch, Flemish
- kaart Dutch, Flemish
- kaarten Dutch, Flemish
- kaartenboek Dutch, Flemish
- kaartenhuis Dutch, Flemish
- kaartspel Dutch, Flemish
- kattenbak Dutch, Flemish
- kerstkaart Dutch, Flemish
- klantenkaart Dutch, Flemish
- kofferbak Dutch, Flemish
- kredietkaart Dutch, Flemish
- kweekbak Dutch, Flemish
- landkaart Dutch, Flemish
- letterbak Dutch, Flemish
- naftbak Dutch, Flemish
- paraplubak Dutch, Flemish
- pisbak Dutch, Flemish
- plantenbak Dutch, Flemish
- pooierbak Dutch, Flemish
- postkaart Dutch, Flemish
- prullenbak Dutch, Flemish
- ragbak Dutch, Flemish
- rouwkaart Dutch, Flemish
- ruilkaart Dutch, Flemish
- sjoelbak Dutch, Flemish
- slabak Dutch, Flemish
- spijskaart Dutch, Flemish
- spoelbak Dutch, Flemish
- staalkaart Dutch, Flemish
- steekkaart Dutch, Flemish
- strippenkaart Dutch, Flemish
- toegangskaart Dutch, Flemish
- troefkaart Dutch, Flemish
- versnellingsbak Dutch, Flemish
- voerbak Dutch, Flemish
- vuilbak Dutch, Flemish
- vuilnisbak Dutch, Flemish
- wandkaart Dutch, Flemish
- wasbak Dutch, Flemish
- weerkaart Dutch, Flemish
- wegenkaart Dutch, Flemish
- wereldkaart Dutch, Flemish
- zandbak Dutch, Flemish
- zeepbak Dutch, Flemish
- bac French
- carta Portuguese
- cāerte Middle Dutch
- bak Afrikaans
- kaart Afrikaans
- baki Sranan Tongo
- bak
- kaart
- asbak
- wasbak
- pisbak
- bakkes
- slabak
- ragbak
- voerbak
- zeepbak
- zandbak
- kaarten
- baktand
- vuilbak
- naftbak
- glasbak
- handbak
- fichebak
- afvalbak
- broeibak
- bakbaard
- etensbak
- spoelbak
- bullebak
- bakboord
- sjoelbak
- kweekbak
- bakfiets
- bakbeest
- afwasbak
- bloembak
- postkaart
- kaartspel
- rouwkaart
- landkaart
- pooierbak
- kattenbak
- achterbak
- weerkaart
- letterbak
- wandkaart
- ruilkaart
- bakkenist
- kofferbak
- troefkaart
- steekkaart
- vuilnisbak
- spijskaart
- hemelkaart
- briefkaart
- staalkaart
- kerstkaart
- wegenkaart
- fietskaart
- paraplubak
- prullenbak
- bakkebaard
- plantenbak
- engelenbak
- kaartenhuis
- wereldkaart
- cadeaukaart
- kaartenboek
- klantenkaart
- geluidskaart
- kredietkaart
- strippenkaart
- toegangskaart
- versnellingsbak
- identiteitskaart