goedwil
Dutch (Brabantic)
noun
Definitions
- goodwill
Etymology
Compound from Dutch, Flemish goed (good, goods, ware, property, well, commodity) + Dutch, Flemish wil (will, intent, volition)derived from English goodwill.
Origin
English
goodwill
Gloss
Timeline
Distribution of cognates by language
Geogrpahic distribution of cognates
Cognates and derived terms
- good English
- goodwill English
- goodwiller English
- goodwilly English
- will English
- beddegoed Dutch, Flemish
- beddengoed Dutch, Flemish
- bovengoed Dutch, Flemish
- bruidsgoed Dutch, Flemish
- erfgoed Dutch, Flemish
- gedachtegoed Dutch, Flemish
- gemeengoed Dutch, Flemish
- goed Dutch, Flemish
- goedaardig Dutch, Flemish
- goederenwagon Dutch, Flemish
- goedertieren Dutch, Flemish
- goedgelovig Dutch, Flemish
- goedhartig Dutch, Flemish
- goedheid Dutch, Flemish
- goedheiligman Dutch, Flemish
- goedkeuren Dutch, Flemish
- goedlachs Dutch, Flemish
- goedmaken Dutch, Flemish
- goedmens Dutch, Flemish
- goednieuwsshow Dutch, Flemish
- goodwill Dutch, Flemish
- keigoed Dutch, Flemish
- kwaadwil Dutch, Flemish
- landgoed Dutch, Flemish
- leengoed Dutch, Flemish
- linnengoed Dutch, Flemish
- moedwil Dutch, Flemish
- nachtgoed Dutch, Flemish
- ondergoed Dutch, Flemish
- onwil Dutch, Flemish
- snoepgoed Dutch, Flemish
- speelgoed Dutch, Flemish
- steengoed Dutch, Flemish
- strooigoed Dutch, Flemish
- suikergoed Dutch, Flemish
- theegoed Dutch, Flemish
- vastgoed Dutch, Flemish
- volkswil Dutch, Flemish
- vrijwillig Dutch, Flemish
- wasgoed Dutch, Flemish
- weerwil Dutch, Flemish
- wil Dutch, Flemish
- willekeur Dutch, Flemish
- wilskracht Dutch, Flemish
- witgoed Dutch, Flemish
- zaaigoed Dutch, Flemish
- *goodwille Middle English
- goet Middle Dutch
- wille Middle Dutch
- goed Afrikaans
- wil
- goed
- onwil
- wasgoed
- erfgoed
- moedwil
- weerwil
- keigoed
- witgoed
- leengoed
- goedheid
- volkswil
- goedmens
- theegoed
- zaaigoed
- goodwill
- kwaadwil
- vastgoed
- landgoed
- ondergoed
- goedmaken
- willekeur
- goedlachs
- bovengoed
- beddegoed
- steengoed
- speelgoed
- snoepgoed
- nachtgoed
- strooigoed
- suikergoed
- linnengoed
- gemeengoed
- goedaardig
- vrijwillig
- beddengoed
- wilskracht
- goedhartig
- bruidsgoed
- goedkeuren
- goedgelovig
- gedachtegoed
- goedertieren
- goedheiligman
- goederenwagon
- goednieuwsshow