broodplank
Dutch (Brabantic)
/ˈbroːt.plɑŋk/
noun
Definitions
- breadboard; a cutting board, especially used for cutting or carrying bread
Etymology
Compound from Dutch, Flemish brood (bread) + Dutch, Flemish plank (plank, board).
Origin
Dutch (Brabantic)
plank
Gloss
plank, board
Concept
Semantic Field
The house
Ontological Category
Person/Thing
Emoji
📋️ 🛹
Timeline
Distribution of cognates by language
Geogrpahic distribution of cognates
Cognates and derived terms
- bread English
- afbakbrood Dutch, Flemish
- apostelbrood Dutch, Flemish
- avondbrood Dutch, Flemish
- bierenbrood Dutch, Flemish
- bodenbrood Dutch, Flemish
- boekenplank Dutch, Flemish
- brood Dutch, Flemish
- broodbeleg Dutch, Flemish
- broodbelegsel Dutch, Flemish
- broodbus Dutch, Flemish
- brooddeeg Dutch, Flemish
- broodhaan Dutch, Flemish
- broodmager Dutch, Flemish
- broodmes Dutch, Flemish
- broodnodig Dutch, Flemish
- broodroof Dutch, Flemish
- broodrooster Dutch, Flemish
- broodroven Dutch, Flemish
- broodschrijfster Dutch, Flemish
- broodschrijver Dutch, Flemish
- broodsuiker Dutch, Flemish
- broodtrommel Dutch, Flemish
- broodwinner Dutch, Flemish
- broodwinning Dutch, Flemish
- broodwortel Dutch, Flemish
- casinobrood Dutch, Flemish
- duikplank Dutch, Flemish
- gerstebrood Dutch, Flemish
- godenbrood Dutch, Flemish
- johannesbrood Dutch, Flemish
- kokosbrood Dutch, Flemish
- krentenbrood Dutch, Flemish
- loopplank Dutch, Flemish
- melkbrood Dutch, Flemish
- plank Dutch, Flemish
- plankenkoorts Dutch, Flemish
- roggebrood Dutch, Flemish
- snijplank Dutch, Flemish
- springplank Dutch, Flemish
- stokbrood Dutch, Flemish
- strijkplank Dutch, Flemish
- suikerbrood Dutch, Flemish
- surfplank Dutch, Flemish
- tarwebrood Dutch, Flemish
- treeplank Dutch, Flemish
- volkorenbrood Dutch, Flemish
- witbrood Dutch, Flemish
- wittebrood Dutch, Flemish
- boplang Indonesian
- brôot Middle Dutch
- planke Middle Dutch
- brood Afrikaans
- plank Afrikaans
- plank
- brood
- broodbus
- broodmes
- witbrood
- duikplank
- broodhaan
- melkbrood
- stokbrood
- broodroof
- brooddeeg
- snijplank
- surfplank
- treeplank
- loopplank
- avondbrood
- roggebrood
- kokosbrood
- wittebrood
- afbakbrood
- tarwebrood
- bodenbrood
- broodmager
- broodnodig
- broodroven
- godenbrood
- broodbeleg
- springplank
- strijkplank
- casinobrood
- gerstebrood
- broodsuiker
- bierenbrood
- broodwortel
- broodwinner
- suikerbrood
- boekenplank
- broodwinning
- apostelbrood
- broodtrommel
- broodrooster
- krentenbrood
- broodbelegsel
- plankenkoorts
- johannesbrood
- volkorenbrood
- broodschrijver
- broodschrijfster