trekschuit
Dutch (Brabantic)
/ˈtrɛk.sxœy̯t/
noun
Definitions
- trekschuit: a historical canal horse-drawn boat transporting passenger and goods.
Etymology
Compound from Dutch, Flemish trekken (pull, draw, migrate, drag, tear, be windy, trek, air, pluck) + Dutch, Flemish schuit (boat).
Origin
Dutch (Brabantic)
schuit
Gloss
boat
Concept
Semantic Field
Motion
Ontological Category
Person/Thing
Kanji
船, 艇
Emoji
⚓️ ⛴️ ⛵️ 🚢 🚣 🚣♀️ 🚣♂️ 🚤 🛥️ 🛳️ 🛶
Timeline
Distribution of cognates by language
Geogrpahic distribution of cognates
Cognates and derived terms
- schuit English
- treckschuyt English
- trekschuit English
- aandachttrekkerij Dutch, Flemish
- aantrekken Dutch, Flemish
- aftrekken Dutch, Flemish
- betrekken Dutch, Flemish
- binnentrekken Dutch, Flemish
- blauwschuit Dutch, Flemish
- doortrekken Dutch, Flemish
- intrekken Dutch, Flemish
- jaagschuit Dutch, Flemish
- lijsttrekker Dutch, Flemish
- lostrekken Dutch, Flemish
- omtrekken Dutch, Flemish
- onttrekken Dutch, Flemish
- optrekken Dutch, Flemish
- overtrekken Dutch, Flemish
- rechttrekken Dutch, Flemish
- rondtrekken Dutch, Flemish
- samentrekken Dutch, Flemish
- schuit Dutch, Flemish
- steuntrekker Dutch, Flemish
- terugtrekken Dutch, Flemish
- treintrekker Dutch, Flemish
- trekbiljart Dutch, Flemish
- trekdier Dutch, Flemish
- trekkast Dutch, Flemish
- trekken Dutch, Flemish
- trekker Dutch, Flemish
- trekpaard Dutch, Flemish
- trekpop Dutch, Flemish
- treksprinkhaan Dutch, Flemish
- trekvaart Dutch, Flemish
- trekvis Dutch, Flemish
- trekvogel Dutch, Flemish
- trekwild Dutch, Flemish
- trekzak Dutch, Flemish
- uittrekken Dutch, Flemish
- vertrekken Dutch, Flemish
- voltrekken Dutch, Flemish
- voortrekken Dutch, Flemish
- voorttrekken Dutch, Flemish
- worteltrekken Dutch, Flemish
- zuipschuit Dutch, Flemish
- schute Middle Dutch
- trecken Middle Dutch
- trekken Middle Dutch
- trek Afrikaans
- trèk Papiamentu
- schuit
- trekker
- trekzak
- trekken
- trekpop
- trekvis
- trekkast
- trekwild
- trekdier
- trekvaart
- trekpaard
- betrekken
- intrekken
- aftrekken
- trekvogel
- optrekken
- omtrekken
- aantrekken
- jaagschuit
- uittrekken
- voltrekken
- zuipschuit
- lostrekken
- onttrekken
- vertrekken
- rondtrekken
- trekbiljart
- doortrekken
- voortrekken
- overtrekken
- blauwschuit
- terugtrekken
- steuntrekker
- voorttrekken
- treintrekker
- lijsttrekker
- rechttrekken
- samentrekken
- binnentrekken
- worteltrekken
- treksprinkhaan
- aandachttrekkerij