telefoonverbinding
Dutch (Brabantic)
/teː.ləˈfoːn.vərˌbɪn.dɪŋ/
noun
Definitions
- telephone connection
Etymology
Compound from Dutch, Flemish telefoon (telephone, phone) + Dutch, Flemish verbinding.
Origin
Dutch (Brabantic)
verbinding
Gloss
Timeline
Distribution of cognates by language
Geogrpahic distribution of cognates
Cognates and derived terms
- breedbandverbinding Dutch, Flemish
- hoofdtelefoon Dutch, Flemish
- huistelefoon Dutch, Flemish
- inbelverbinding Dutch, Flemish
- internetverbinding Dutch, Flemish
- koptelefoon Dutch, Flemish
- krimpverbinding Dutch, Flemish
- lijstverbinding Dutch, Flemish
- radioverbinding Dutch, Flemish
- telefoneren Dutch, Flemish
- telefonisch Dutch, Flemish
- telefonist Dutch, Flemish
- telefoon Dutch, Flemish
- telefoonboom Dutch, Flemish
- telefoonbotje Dutch, Flemish
- telefooncel Dutch, Flemish
- telefooncentrale Dutch, Flemish
- telefoonlijn Dutch, Flemish
- telefoonnummer Dutch, Flemish
- telefoonseks Dutch, Flemish
- telegraafverbinding Dutch, Flemish
- verbinden Dutch, Flemish
- verbinding Dutch, Flemish
- téléphone French
- telepon Indonesian
- telefoon Afrikaans
- telefoon
- verbinden
- verbinding
- telefonist
- telefooncel
- koptelefoon
- telefonisch
- telefoneren
- telefoonlijn
- huistelefoon
- telefoonboom
- telefoonseks
- hoofdtelefoon
- telefoonbotje
- telefoonnummer
- krimpverbinding
- radioverbinding
- lijstverbinding
- inbelverbinding
- telefooncentrale
- internetverbinding
- breedbandverbinding
- telegraafverbinding