tekenreeks
Dutch (Brabantic)
noun
Definitions
- (computing) character string
Etymology
Compound from Dutch, Flemish teken (sign, character, mark, sign token) + Dutch, Flemish reeks (series, range).
Origin
Dutch (Brabantic)
reeks
Gloss
series, range
Timeline
Distribution of cognates by language
Geogrpahic distribution of cognates
Cognates and derived terms
- Fourier-cosinusreeks Dutch, Flemish
- Fourier-reeks Dutch, Flemish
- Fourier-sinusreeks Dutch, Flemish
- Fourierreeks Dutch, Flemish
- aandachtsteken Dutch, Flemish
- aanhalingsteken Dutch, Flemish
- afbreekteken Dutch, Flemish
- bergreeks Dutch, Flemish
- deelteken Dutch, Flemish
- ereteken Dutch, Flemish
- gedenkteken Dutch, Flemish
- hemelteken Dutch, Flemish
- hoofdreeks Dutch, Flemish
- koppelteken Dutch, Flemish
- leesteken Dutch, Flemish
- reeks Dutch, Flemish
- schriftteken Dutch, Flemish
- teken Dutch, Flemish
- uitroepteken Dutch, Flemish
- veldteken Dutch, Flemish
- voorteken Dutch, Flemish
- vraagteken Dutch, Flemish
- wapenteken Dutch, Flemish
- weglatingsteken Dutch, Flemish
- wonderteken Dutch, Flemish
- zegereeks Dutch, Flemish
- teken Indonesian
- raecs Middle Dutch
- têken Middle Dutch
- reeks Afrikaans
- teken Afrikaans
- teken
- reeks
- ereteken
- bergreeks
- veldteken
- voorteken
- deelteken
- leesteken
- zegereeks
- hemelteken
- wapenteken
- vraagteken
- hoofdreeks
- koppelteken
- gedenkteken
- wonderteken
- uitroepteken
- schriftteken
- afbreekteken
- Fourierreeks
- Fourier-reeks
- aandachtsteken
- aanhalingsteken
- weglatingsteken
- Fourier-sinusreeks
- Fourier-cosinusreeks