schrijven
Dutch (Brabantic)
/ˈsxrɛi̯və(n)/
verb
Definitions
- (transitive) to write
- (transitive) to write (data)
Etymology
Inherited from Middle Dutch schriven inherited from Old Dutch scrīvan inherited from Proto-Germanic *skrībaną derived from Latin scrībō (write, I write, recruiter).
Origin
Latin
scrībō
Gloss
write, I write, recruiter
Concept
Semantic Field
Speech and language
Ontological Category
Action/Process
Kanji
書
Emoji
⌨️ ✍️ 📄 📒 📓 📕 📖 📚️ ✍️
Timeline
Distribution of cognates by language
Geogrpahic distribution of cognates
Cognates and derived terms
- shrive English
- shriver English
- shrivest English
- shriveth English
- shriving English
- Scribonius Latin
- ascribo Latin
- circumscribo Latin
- conscribo Latin
- contrascribo Latin
- describo Latin
- discribo Latin
- inscribo Latin
- postscribo Latin
- proscribo Latin
- scriba Latin
- scribillo Latin
- scriptilis Latin
- scriptio Latin
- scriptito Latin
- scriptura Latin
- scripturio Latin
- scrībō Latin
- superscribo Latin
- transcribo Latin
- Schreiber German
- Schreibfeder German
- Schreibmaschine German
- Schreibpapier German
- Schreibschrift German
- Schreibsekretär German
- Schreibung German
- Schreibwaren German
- Zurückschreiben German
- abschreiben German
- anschreiben German
- aufschreiben German
- ausschreiben German
- beschreiben German
- einschreiben German
- festschreiben German
- fortschreiben German
- großschreiben German
- gutschreiben German
- herausschreiben German
- kleinschreiben German
- krankschreiben German
- niederschreiben German
- schreiben German
- schreibfaul German
- umschreiben German
- unterschreiben German
- verschreiben German
- vorschreiben German
- zurückschreiben German
- zuschreiben German
- überschreiben German
- aan Dutch, Flemish
- aanschrijven Dutch, Flemish
- af Dutch, Flemish
- afschrijven Dutch, Flemish
- beschrijven Dutch, Flemish
- beschrijving Dutch, Flemish
- bord Dutch, Flemish
- broodschrijfster Dutch, Flemish
- broodschrijver Dutch, Flemish
- gerei Dutch, Flemish
- geschiedschrijver Dutch, Flemish
- in Dutch, Flemish
- inschrijven Dutch, Flemish
- inschrijving Dutch, Flemish
- jeugdboekenschrijfster Dutch, Flemish
- jeugdboekenschrijver Dutch, Flemish
- kinderboekenschrijfster Dutch, Flemish
- kinderboekenschrijver Dutch, Flemish
- kroniekschrijver Dutch, Flemish
- kunst Dutch, Flemish
- liedjesschrijver Dutch, Flemish
- neer Dutch, Flemish
- neerschrijven Dutch, Flemish
- omschrijven Dutch, Flemish
- omschrijving Dutch, Flemish
- onbeschrijfelijk Dutch, Flemish
- onderschrijven Dutch, Flemish
- op Dutch, Flemish
- opschrijven Dutch, Flemish
- over Dutch, Flemish
- overschrijven Dutch, Flemish
- overschrijving Dutch, Flemish
- romanschrijver Dutch, Flemish
- schimpschrijver Dutch, Flemish
- schoon Dutch, Flemish
- schoonschrijven Dutch, Flemish
- schrijfbord Dutch, Flemish
- schrijfgerei Dutch, Flemish
- schrijfkunst Dutch, Flemish
- schrijfster Dutch, Flemish
- schrijftaal Dutch, Flemish
- schrijftafel Dutch, Flemish
- schrijfwijze Dutch, Flemish
- schrijfzaal Dutch, Flemish
- schrijver Dutch, Flemish
- schrijverschap Dutch, Flemish
- taal Dutch, Flemish
- tafel Dutch, Flemish
- toe Dutch, Flemish
- toeschrijven Dutch, Flemish
- toneelschrijver Dutch, Flemish
- uit Dutch, Flemish
- uitschrijven Dutch, Flemish
- veel Dutch, Flemish
- veelschrijver Dutch, Flemish
- veelschrijverij Dutch, Flemish
- verschrijven Dutch, Flemish
- voor Dutch, Flemish
- voorschrijven Dutch, Flemish
- wijze Dutch, Flemish
- zaal Dutch, Flemish
- *skreybʰ- Proto-Indo-European
- foreskrive Norwegian Bokmål
- forskrive Norwegian Bokmål
- nedskrive Norwegian Bokmål
- omskrive Norwegian Bokmål
- skrive Norwegian Bokmål
- skrivebok Norwegian Bokmål
- skrivebord Norwegian Bokmål
- skrivefeil Norwegian Bokmål
- skrivekunst Norwegian Bokmål
- skriveleif Norwegian Bokmål
- skrivemaskin Norwegian Bokmål
- tilskrive Norwegian Bokmål
- underskrive Norwegian Bokmål
- *skrībaną Proto-Germanic
- avskriva Swedish
- beskriva Swedish
- föreskriva Swedish
- maskinskriverska Swedish
- sjukskriva Swedish
- skriva Swedish
- skrivare Swedish
- skrivbok Swedish
- skrivbord Swedish
- skrivelse Swedish
- skrivkramp Swedish
- skrivmaskin Swedish
- skrivning Swedish
- skrivregel Swedish
- skrivtavla Swedish
- skriva Norwegian Nynorsk
- skriving Norwegian Nynorsk
- scrifan Old English
- sċrīfan Old English
- shryven Middle English
- skrifa Old Norse
- beskrive Danish
- skrive Danish
- skrivebord Danish
- skrivelse Danish
- underskrive Danish
- skript Czech
- skribi Esperanto
- skrif Icelandic
- aenscriven Middle Dutch
- beschriven Middle Dutch
- geschriven Middle Dutch
- schriven Middle Dutch
- volschriven Middle Dutch
- *scrīvan Old High German
- scrīban Old High German
- scríbaid Old Irish
- opskryf Afrikaans
- skryf Afrikaans
- skrywer Afrikaans
- skriva Faroese
- skrivstova Faroese
- schrīban Middle High German
- schrīben Middle High German
- Schreifmaschinn Luxembourgish, Letzeburgesch
- Schreifweis Luxembourgish, Letzeburgesch
- aschreiwen Luxembourgish, Letzeburgesch
- ausschreiwen Luxembourgish, Letzeburgesch
- beschreiwen Luxembourgish, Letzeburgesch
- iwwerschreiwen Luxembourgish, Letzeburgesch
- matschreiwen Luxembourgish, Letzeburgesch
- ofschreiwen Luxembourgish, Letzeburgesch
- opschreiwen Luxembourgish, Letzeburgesch
- schreiwen Luxembourgish, Letzeburgesch
- uschreiwen Luxembourgish, Letzeburgesch
- verschreiwen Luxembourgish, Letzeburgesch
- virschreiwen Luxembourgish, Letzeburgesch
- zeréckschreiwen Luxembourgish, Letzeburgesch
- ëmschreiwen Luxembourgish, Letzeburgesch
- ënnerschreiwen Luxembourgish, Letzeburgesch
- shkruaj Albanian
- *skrīban gmw-pro
- scrivan Old Dutch
- scrīvan Old Dutch
- sraiban Cimbrian
- skrivan Old Saxon
- skrīban Old Saxon
- skrīvan Old Saxon
- schriibe Alemannic German
- uufschriibe Alemannic German
- skriva Old Swedish
- *skreiβō Proto-Italic
- scrieve Scots
- skriva Old Frisian
- skrīva Old Frisian
- schrieven Low German
- skrifa Cornish
- *śkrɔ̄n Proto-Albanian
- schreiwe Pennsylvania German
- schrieve Central Franconian
- skrifi Sranan Tongo
- skriiw North Frisian
- scrivì Neapolitan
- op
- af
- in
- aan
- toe
- uit
- zaal
- taal
- veel
- voor
- over
- bord
- neer
- wijze
- gerei
- kunst
- tafel
- schoon
- schrijver
- afschrijven
- schrijftaal
- inschrijven
- schrijfzaal
- opschrijven
- schrijfster
- beschrijven
- schrijfbord
- omschrijven
- aanschrijven
- verschrijven
- schrijfkunst
- omschrijving
- beschrijving
- inschrijving
- schrijftafel
- toeschrijven
- schrijfwijze
- schrijfgerei
- uitschrijven
- overschrijven
- neerschrijven
- veelschrijver
- voorschrijven
- overschrijving
- onderschrijven
- broodschrijver
- romanschrijver
- schrijverschap
- toneelschrijver
- veelschrijverij
- schimpschrijver
- schoonschrijven
- onbeschrijfelijk
- liedjesschrijver
- kroniekschrijver
- broodschrijfster
- geschiedschrijver
- jeugdboekenschrijver
- kinderboekenschrijver
- jeugdboekenschrijfster
- kinderboekenschrijfster