popmuziek
Dutch (Brabantic)
noun
Definitions
- pop music
Etymology
Compound from Dutch, Flemish pop (doll, puppet) + Dutch, Flemish muziek (music).
Origin
Dutch (Brabantic)
muziek
Gloss
music
Concept
Semantic Field
Modern world
Ontological Category
Person/Thing
Kanji
楽
Emoji
🎙️ 🎚️ 🎛️ 🎧️ 🎵 🎶 🎷 🎸 🎹 🎺 🎻 🎼 🥁 🪕
Timeline
Distribution of cognates by language
Geogrpahic distribution of cognates
Cognates and derived terms
- mūsica Latin
- pupa Latin
- achtergrondmuziek Dutch, Flemish
- bladmuziek Dutch, Flemish
- britpop Dutch, Flemish
- buikspreekpop Dutch, Flemish
- etalagepop Dutch, Flemish
- filmmuziek Dutch, Flemish
- hofpop Dutch, Flemish
- jazzmuziek Dutch, Flemish
- kamermuziek Dutch, Flemish
- kerstmuziek Dutch, Flemish
- ketelmuziek Dutch, Flemish
- kloddenpop Dutch, Flemish
- lappenpop Dutch, Flemish
- ledenpop Dutch, Flemish
- muziek Dutch, Flemish
- muziekdoos Dutch, Flemish
- muziekleraar Dutch, Flemish
- muziekzender Dutch, Flemish
- nederpop Dutch, Flemish
- paspop Dutch, Flemish
- pop Dutch, Flemish
- popgroep Dutch, Flemish
- poppen Dutch, Flemish
- poppenhuis Dutch, Flemish
- poppenkast Dutch, Flemish
- poppenspeelster Dutch, Flemish
- poppenspeler Dutch, Flemish
- popster Dutch, Flemish
- rapmuziek Dutch, Flemish
- sneeuwpop Dutch, Flemish
- sokpop Dutch, Flemish
- toekomstmuziek Dutch, Flemish
- trekpop Dutch, Flemish
- voddenpop Dutch, Flemish
- wereldmuziek Dutch, Flemish
- musique French
- musik Indonesian
- pop Afrikaans
- muzyk Western Frisian
- pop
- muziek
- poppen
- hofpop
- sokpop
- paspop
- trekpop
- popster
- britpop
- ledenpop
- nederpop
- popgroep
- voddenpop
- rapmuziek
- sneeuwpop
- lappenpop
- etalagepop
- bladmuziek
- kloddenpop
- poppenhuis
- muziekdoos
- jazzmuziek
- filmmuziek
- poppenkast
- kerstmuziek
- ketelmuziek
- kamermuziek
- muziekleraar
- wereldmuziek
- poppenspeler
- muziekzender
- buikspreekpop
- toekomstmuziek
- poppenspeelster
- achtergrondmuziek