nachtrust
Dutch (Brabantic)
/ˈnɑxt.rʏst/
noun
Definitions
- night's rest, nightly rest; sleep
Etymology
Inherited from Middle Dutch nachtruste compound from Dutch, Flemish nacht (night) + Dutch, Flemish rust (rest).
Origin
Dutch (Brabantic)
rust
Gloss
rest
Concept
Semantic Field
The body
Ontological Category
Action/Process
Kanji
休
Emoji
Timeline
Distribution of cognates by language
Geogrpahic distribution of cognates
Cognates and derived terms
- dag-en-nachtevening Dutch, Flemish
- huwelijksnacht Dutch, Flemish
- kerstnacht Dutch, Flemish
- moederschapsrust Dutch, Flemish
- nacht Dutch, Flemish
- nachtactief Dutch, Flemish
- nachtapotheker Dutch, Flemish
- nachtblind Dutch, Flemish
- nachtblindheid Dutch, Flemish
- nachtbus Dutch, Flemish
- nachtclub Dutch, Flemish
- nachtdier Dutch, Flemish
- nachtelijk Dutch, Flemish
- nachtevening Dutch, Flemish
- nachtgoed Dutch, Flemish
- nachthemd Dutch, Flemish
- nachtjapon Dutch, Flemish
- nachtmerrie Dutch, Flemish
- nachtpermissie Dutch, Flemish
- nachtpo Dutch, Flemish
- nachtpot Dutch, Flemish
- nachtroofdier Dutch, Flemish
- nachtroofvogel Dutch, Flemish
- nachtschade Dutch, Flemish
- nachttemperatuur Dutch, Flemish
- nachttrein Dutch, Flemish
- nachtval Dutch, Flemish
- nachtvlinder Dutch, Flemish
- nachtvorst Dutch, Flemish
- nachtvrijen Dutch, Flemish
- nachtwacht Dutch, Flemish
- nachtwaker Dutch, Flemish
- nachtzoen Dutch, Flemish
- nachtzwaluw Dutch, Flemish
- nanacht Dutch, Flemish
- nieuwjaarsnacht Dutch, Flemish
- onrust Dutch, Flemish
- poolnacht Dutch, Flemish
- rust Dutch, Flemish
- rustdag Dutch, Flemish
- rusteloos Dutch, Flemish
- rusten Dutch, Flemish
- rusthuis Dutch, Flemish
- rustig Dutch, Flemish
- zielenrust Dutch, Flemish
- zondagsrust Dutch, Flemish
- nacht Middle Dutch
- nachtruste Middle Dutch
- ruste Middle Dutch
- nag Afrikaans
- rust
- nacht
- rustig
- rusten
- onrust
- nanacht
- rustdag
- nachtpo
- rusthuis
- nachtbus
- nachtval
- nachtpot
- poolnacht
- nachthemd
- nachtzoen
- nachtclub
- nachtgoed
- rusteloos
- nachtdier
- nachtwacht
- nachttrein
- nachtelijk
- zielenrust
- nachtvorst
- kerstnacht
- nachtwaker
- nachtblind
- nachtjapon
- nachtactief
- zondagsrust
- nachtschade
- nachtmerrie
- nachtzwaluw
- nachtvrijen
- nachtevening
- nachtvlinder
- nachtroofdier
- huwelijksnacht
- nachtpermissie
- nachtroofvogel
- nachtblindheid
- nachtapotheker
- nieuwjaarsnacht
- nachttemperatuur
- moederschapsrust
- dag-en-nachtevening