kopermijn
Dutch (Brabantic)
/ˈkoː.pərˌmɛi̯n/
noun
Definitions
- copper mine
Etymology
Compound from Dutch, Flemish koper (copper, buyer) + Dutch, Flemish mijn (mine, my).
Origin
Dutch (Brabantic)
mijn
Gloss
mine, my
Concept
Semantic Field
Possession
Ontological Category
Other
Emoji
Timeline
Distribution of cognates by language
Geogrpahic distribution of cognates
Cognates and derived terms
- diamantmijn Dutch, Flemish
- geelkoper Dutch, Flemish
- goudmijn Dutch, Flemish
- hoenderkoper Dutch, Flemish
- ijzermijn Dutch, Flemish
- kolenmijn Dutch, Flemish
- koper Dutch, Flemish
- koperen Dutch, Flemish
- koperstuk Dutch, Flemish
- koperwerk Dutch, Flemish
- landmijn Dutch, Flemish
- meneer Dutch, Flemish
- mevrouw Dutch, Flemish
- mijn Dutch, Flemish
- mijnarbeider Dutch, Flemish
- mijnbouw Dutch, Flemish
- mijnenveld Dutch, Flemish
- mijngas Dutch, Flemish
- mijngraver Dutch, Flemish
- mijnheer Dutch, Flemish
- mijnhout Dutch, Flemish
- mijningenieur Dutch, Flemish
- mijnramp Dutch, Flemish
- mijnschacht Dutch, Flemish
- mijnsteenberg Dutch, Flemish
- mijnstreek Dutch, Flemish
- mijnwagen Dutch, Flemish
- mijnwet Dutch, Flemish
- mijnwezen Dutch, Flemish
- staatsmijn Dutch, Flemish
- tegenmijn Dutch, Flemish
- zeemijn Dutch, Flemish
- zilvermijn Dutch, Flemish
- zoutmijn Dutch, Flemish
- coper Middle Dutch
- mijn Middle Dutch
- mine Middle Dutch
- koper Afrikaans
- kopermyn Afrikaans
- myn Afrikaans
- mijn
- koper
- meneer
- mijnwet
- mijngas
- mevrouw
- koperen
- zeemijn
- mijnramp
- zoutmijn
- goudmijn
- mijnbouw
- mijnhout
- mijnheer
- landmijn
- mijnwezen
- tegenmijn
- koperwerk
- geelkoper
- ijzermijn
- kolenmijn
- mijnwagen
- koperstuk
- staatsmijn
- zilvermijn
- mijnenveld
- mijnstreek
- mijngraver
- diamantmijn
- mijnschacht
- mijnarbeider
- hoenderkoper
- mijningenieur
- mijnsteenberg