kerstboom
Dutch (Brabantic)
/ˈkɛrstˌboːm/
noun
Definitions
- A Christmas tree, decorated tree placed during the Christmas holiday season
- A conifer used to be thus ornamented
Etymology
Compound from Dutch, Flemish kerst (Christmas) + Dutch, Flemish boom (tree, beam, pole, turnpike, border).
Origin
Dutch (Brabantic)
boom
Gloss
tree, beam, pole, turnpike, border
Concept
Semantic Field
Quantity
Ontological Category
Classifier
Kanji
木, 樹
Emoji
🌲 🌳 🌴 🎄 🎋 🏡 🦒
Timeline
Distribution of cognates by language
Geogrpahic distribution of cognates
Cognates and derived terms
- boom English
- Kersteiland Dutch, Flemish
- amandelboom Dutch, Flemish
- apenboom Dutch, Flemish
- appelboom Dutch, Flemish
- appelsienenboom Dutch, Flemish
- avocadoboom Dutch, Flemish
- bananenboom Dutch, Flemish
- bergamotboom Dutch, Flemish
- berkenboom Dutch, Flemish
- beukenboom Dutch, Flemish
- beverboom Dutch, Flemish
- bomen Dutch, Flemish
- boom Dutch, Flemish
- boomaarde Dutch, Flemish
- boombast Dutch, Flemish
- boomblad Dutch, Flemish
- boomer Dutch, Flemish
- boomgaard Dutch, Flemish
- boomgeld Dutch, Flemish
- boomgod Dutch, Flemish
- boomgodin Dutch, Flemish
- boomgrens Dutch, Flemish
- boomheiligdom Dutch, Flemish
- boomhoen Dutch, Flemish
- boomholte Dutch, Flemish
- boomhut Dutch, Flemish
- boomkever Dutch, Flemish
- boomkikker Dutch, Flemish
- boomkikvors Dutch, Flemish
- boomklever Dutch, Flemish
- boomklok Dutch, Flemish
- boomkor Dutch, Flemish
- boomkreeft Dutch, Flemish
- boomkruiper Dutch, Flemish
- boomkweker Dutch, Flemish
- boomlang Dutch, Flemish
- boomleeuwerik Dutch, Flemish
- boommarter Dutch, Flemish
- boomnimf Dutch, Flemish
- boomrijk Dutch, Flemish
- boomschors Dutch, Flemish
- boomslang Dutch, Flemish
- boomstam Dutch, Flemish
- boomstronk Dutch, Flemish
- boomvaren Dutch, Flemish
- boomvors Dutch, Flemish
- boomwond Dutch, Flemish
- boomzaken Dutch, Flemish
- buksboom Dutch, Flemish
- cacaoboom Dutch, Flemish
- cederboom Dutch, Flemish
- dadelboom Dutch, Flemish
- denneboom Dutch, Flemish
- dennenboom Dutch, Flemish
- disselboom Dutch, Flemish
- doekboom Dutch, Flemish
- doornboom Dutch, Flemish
- eikeboom Dutch, Flemish
- eikenboom Dutch, Flemish
- honingboom Dutch, Flemish
- iepenboom Dutch, Flemish
- johannesbroodboom Dutch, Flemish
- kerst Dutch, Flemish
- kerstavond Dutch, Flemish
- kerstbal Dutch, Flemish
- kerstbok Dutch, Flemish
- kerstcadeau Dutch, Flemish
- kerstdag Dutch, Flemish
- kerstdiner Dutch, Flemish
- kerstekind Dutch, Flemish
- kerstengel Dutch, Flemish
- kerstfeest Dutch, Flemish
- kerstgans Dutch, Flemish
- kerstgeschenk Dutch, Flemish
- kerstgroep Dutch, Flemish
- kerstkaart Dutch, Flemish
- kerstkind Dutch, Flemish
- kerstkrans Dutch, Flemish
- kerstlied Dutch, Flemish
- kerstman Dutch, Flemish
- kerstmarkt Dutch, Flemish
- kerstmis Dutch, Flemish
- kerstmuziek Dutch, Flemish
- kerstnacht Dutch, Flemish
- kerstpakket Dutch, Flemish
- kerstroos Dutch, Flemish
- kerstspel Dutch, Flemish
- kerststal Dutch, Flemish
- kerstster Dutch, Flemish
- kerststol Dutch, Flemish
- kerststuk Dutch, Flemish
- kersttijd Dutch, Flemish
- kerstvakantie Dutch, Flemish
- kerstverlichting Dutch, Flemish
- lindeboom Dutch, Flemish
- loofboom Dutch, Flemish
- meiboom Dutch, Flemish
- naaldboom Dutch, Flemish
- olijfboom Dutch, Flemish
- palmboom Dutch, Flemish
- perenboom Dutch, Flemish
- pijnboom Dutch, Flemish
- slagboom Dutch, Flemish
- telefoonboom Dutch, Flemish
- tulpenboom Dutch, Flemish
- vaarboom Dutch, Flemish
- venijnboom Dutch, Flemish
- vijgeboom Dutch, Flemish
- vijgenboom Dutch, Flemish
- vleesboom Dutch, Flemish
- walnotenboom Dutch, Flemish
- bôme French
- bôom Middle Dutch
- boom Afrikaans
- bon Sranan Tongo
- boom
- kerst
- bomen
- boomer
- boomhut
- boomkor
- meiboom
- boomgod
- boombast
- boomblad
- pijnboom
- palmboom
- kerstmis
- kerstbok
- boomlang
- boomrijk
- vaarboom
- loofboom
- slagboom
- buksboom
- boomklok
- eikeboom
- apenboom
- boomvors
- boomhoen
- kerstdag
- boomnimf
- kerstbal
- boomgeld
- boomstam
- doekboom
- kerstman
- boomwond
- kerststol
- kerstlied
- dadelboom
- eikenboom
- perenboom
- boomslang
- boomkever
- boomvaren
- boomgaard
- vijgeboom
- boomaarde
- cacaoboom
- kersttijd
- kerstspel
- denneboom
- boomgrens
- olijfboom
- appelboom
- kerststal
- kerstroos
- lindeboom
- doornboom
- kerstster
- kerstkind
- iepenboom
- kerststuk
- boomzaken
- beverboom
- boomgodin
- kerstgans
- cederboom
- naaldboom
- vleesboom
- boomholte
- boomkreeft
- disselboom
- boomklever
- kerstdiner
- beukenboom
- berkenboom
- kerstavond
- kerstkrans
- tulpenboom
- boommarter
- dennenboom
- boomkweker
- boomschors
- boomkikker
- venijnboom
- kerstmarkt
- kerstkaart
- kerstengel
- kerstfeest
- kerstekind
- kerstnacht
- kerstgroep
- boomstronk
- vijgenboom
- honingboom
- boomkikvors
- amandelboom
- kerstmuziek
- boomkruiper
- Kersteiland
- bananenboom
- avocadoboom
- kerstcadeau
- kerstpakket
- telefoonboom
- bergamotboom
- walnotenboom
- kerstgeschenk
- boomleeuwerik
- kerstvakantie
- boomheiligdom
- appelsienenboom
- kerstverlichting
- johannesbroodboom