houtskool
Dutch (Brabantic)
/ˈɦɑu̯ts.koːl/
noun
Definitions
- invariable without an article charcoal (heat-transformed wood)
- a piece of charcoal
Etymology
Inherited from Middle Dutch houtcole com from Dutch, Flemish hout (wood, timber, stick) + Dutch, Flemish kool (coal, cabbage, carbon, cole).
Origin
Dutch (Brabantic)
kool
Gloss
coal, cabbage, carbon, cole
Concept
Semantic Field
The physical world
Ontological Category
Person/Thing
Kanji
炭
Emoji
Timeline
Distribution of cognates by language
Geogrpahic distribution of cognates
Cognates and derived terms
- colza English
- aanmaakhout Dutch, Flemish
- bloemkool Dutch, Flemish
- boerenkool Dutch, Flemish
- brandhout Dutch, Flemish
- bruinkool Dutch, Flemish
- drijfhout Dutch, Flemish
- ebbenhout Dutch, Flemish
- eierkool Dutch, Flemish
- eikenhout Dutch, Flemish
- hardhout Dutch, Flemish
- hout Dutch, Flemish
- houtachtig Dutch, Flemish
- houtbeschot Dutch, Flemish
- houten Dutch, Flemish
- houterig Dutch, Flemish
- houthakker Dutch, Flemish
- houtig Dutch, Flemish
- houtkachel Dutch, Flemish
- houtlijm Dutch, Flemish
- houtmade Dutch, Flemish
- houtmijt Dutch, Flemish
- houtprent Dutch, Flemish
- houtpulp Dutch, Flemish
- houtskoolvuur Dutch, Flemish
- houtsnede Dutch, Flemish
- houtsnijwerk Dutch, Flemish
- houtsnip Dutch, Flemish
- houttuin Dutch, Flemish
- houtworm Dutch, Flemish
- kolenbekken Dutch, Flemish
- kolenveld Dutch, Flemish
- kool Dutch, Flemish
- kooldioxide Dutch, Flemish
- koolmees Dutch, Flemish
- koolmonoxide Dutch, Flemish
- koolraap Dutch, Flemish
- koolsla Dutch, Flemish
- koolstof Dutch, Flemish
- koolwitje Dutch, Flemish
- koolzaad Dutch, Flemish
- koolzuur Dutch, Flemish
- kreupelhout Dutch, Flemish
- mijnhout Dutch, Flemish
- pantoffelhout Dutch, Flemish
- rijshout Dutch, Flemish
- rondhout Dutch, Flemish
- rozenhout Dutch, Flemish
- spruitkool Dutch, Flemish
- steenkool Dutch, Flemish
- talhout Dutch, Flemish
- vuur Dutch, Flemish
- werphout Dutch, Flemish
- wildhout Dutch, Flemish
- zoethout Dutch, Flemish
- zuurkool Dutch, Flemish
- kol Indonesian
- col Middle Dutch
- hout Middle Dutch
- houtcole Middle Dutch
- hout Afrikaans
- steenkool Afrikaans
- 高麗菜 Chinese
- kolo Papiamentu
- kolo Sranan Tongo
- vuur
- hout
- kool
- houten
- houtig
- talhout
- koolsla
- rondhout
- houtmade
- koolraap
- houtpulp
- houtlijm
- houterig
- koolstof
- zoethout
- werphout
- houtmijt
- wildhout
- houtworm
- houttuin
- koolmees
- houtsnip
- koolzuur
- eierkool
- mijnhout
- zuurkool
- koolzaad
- rijshout
- hardhout
- drijfhout
- bruinkool
- eikenhout
- ebbenhout
- houtprent
- steenkool
- kolenveld
- rozenhout
- koolwitje
- bloemkool
- houtsnede
- brandhout
- houthakker
- houtachtig
- boerenkool
- houtkachel
- spruitkool
- houtbeschot
- aanmaakhout
- kreupelhout
- kooldioxide
- kolenbekken
- houtsnijwerk
- koolmonoxide
- houtskoolvuur
- pantoffelhout