eilandstaat
Dutch (Brabantic)
/ˈɛi̯lɑntstaːt/
noun
Definitions
- island state
Etymology
Compound from Dutch, Flemish eiland (island) + Dutch, Flemish staat (state).
Origin
Dutch (Brabantic)
staat
Gloss
state
Concept
Semantic Field
Modern world
Ontological Category
Person/Thing
Emoji
Timeline
Distribution of cognates by language
Geogrpahic distribution of cognates
Cognates and derived terms
- Kersteiland Dutch, Flemish
- Paaseiland Dutch, Flemish
- Staatsbewind Dutch, Flemish
- Stateneiland Dutch, Flemish
- bondsstaat Dutch, Flemish
- bondstaat Dutch, Flemish
- booreiland Dutch, Flemish
- deelstaat Dutch, Flemish
- dwergstaat Dutch, Flemish
- eenheidsstaat Dutch, Flemish
- eenstaatoplossing Dutch, Flemish
- eiland Dutch, Flemish
- eilandengroep Dutch, Flemish
- eilandnatie Dutch, Flemish
- gelijkstaat Dutch, Flemish
- getijdeneiland Dutch, Flemish
- hefeiland Dutch, Flemish
- heilstaat Dutch, Flemish
- koraaleiland Dutch, Flemish
- kwartierstaat Dutch, Flemish
- lidstaat Dutch, Flemish
- nachtwakersstaat Dutch, Flemish
- narcostaat Dutch, Flemish
- natiestaat Dutch, Flemish
- oliestaat Dutch, Flemish
- politiestaat Dutch, Flemish
- rechtsstaat Dutch, Flemish
- rotseiland Dutch, Flemish
- satellietstaat Dutch, Flemish
- schateiland Dutch, Flemish
- schurkenstaat Dutch, Flemish
- staat Dutch, Flemish
- staathuishoudkunde Dutch, Flemish
- staatkunde Dutch, Flemish
- staatsbegrafenis Dutch, Flemish
- staatsbestel Dutch, Flemish
- staatsbezoek Dutch, Flemish
- staatsburger Dutch, Flemish
- staatsgeheim Dutch, Flemish
- staatsgreep Dutch, Flemish
- staatsgrijper Dutch, Flemish
- staatshoofd Dutch, Flemish
- staatsingrijpen Dutch, Flemish
- staatskerk Dutch, Flemish
- staatsmijn Dutch, Flemish
- staatsschuld Dutch, Flemish
- staatssecretaris Dutch, Flemish
- staatsterreur Dutch, Flemish
- staatsvijand Dutch, Flemish
- staatszender Dutch, Flemish
- staatzucht Dutch, Flemish
- stadstaat Dutch, Flemish
- statenbond Dutch, Flemish
- statig Dutch, Flemish
- taaleiland Dutch, Flemish
- vazalstaat Dutch, Flemish
- vertrekstaat Dutch, Flemish
- verzorgingsstaat Dutch, Flemish
- vrijstaat Dutch, Flemish
- waterstaat Dutch, Flemish
- welvaartsstaat Dutch, Flemish
- werkeiland Dutch, Flemish
- zeestaat Dutch, Flemish
- *steh₂- Proto-Indo-European
- negara bagian Indonesian
- setat Indonesian
- eilant Middle Dutch
- staet Middle Dutch
- eiland Afrikaans
- staat Afrikaans
- marionettenstaat Chinese
- ei Old Frisian
- land Old Frisian
- eilanti Sranan Tongo
- staat
- statig
- eiland
- lidstaat
- zeestaat
- heilstaat
- hefeiland
- oliestaat
- deelstaat
- bondstaat
- stadstaat
- vrijstaat
- Paaseiland
- statenbond
- staatzucht
- werkeiland
- narcostaat
- natiestaat
- booreiland
- waterstaat
- bondsstaat
- staatsmijn
- vazalstaat
- dwergstaat
- taaleiland
- staatskerk
- rotseiland
- staatkunde
- staatsgreep
- rechtsstaat
- eilandnatie
- schateiland
- Kersteiland
- gelijkstaat
- staatshoofd
- Stateneiland
- staatsburger
- staatsbezoek
- vertrekstaat
- staatsbestel
- Staatsbewind
- staatsvijand
- staatsschuld
- staatsgeheim
- staatszender
- koraaleiland
- politiestaat
- staatsgrijper
- kwartierstaat
- staatsterreur
- schurkenstaat
- eenheidsstaat
- eilandengroep
- welvaartsstaat
- satellietstaat
- getijdeneiland
- staatsingrijpen
- staatssecretaris
- verzorgingsstaat
- staatsbegrafenis
- nachtwakersstaat
- eenstaatoplossing
- staathuishoudkunde