denkraam
Dutch (Brabantic)
/ˈdɛŋkraːm/
noun
Definitions
- mental framework, frame of reference
Etymology
Compound from Dutch, Flemish denken (think, thinking) + Dutch, Flemish raam (framework, frame, window).
Origin
Dutch (Brabantic)
raam
Gloss
framework, frame, window
Concept
Semantic Field
Modern world
Ontological Category
Person/Thing
Kanji
窓
Emoji
🎞️ 🖼️ 🪟
Timeline
Distribution of cognates by language
Geogrpahic distribution of cognates
Cognates and derived terms
- aandenken Dutch, Flemish
- achterdenken Dutch, Flemish
- bedenken Dutch, Flemish
- dakraam Dutch, Flemish
- denkbaar Dutch, Flemish
- denken Dutch, Flemish
- denker Dutch, Flemish
- denkpiste Dutch, Flemish
- denkrimpel Dutch, Flemish
- denktank Dutch, Flemish
- deurraam Dutch, Flemish
- diaraam Dutch, Flemish
- doordenken Dutch, Flemish
- gedenken Dutch, Flemish
- glas-in-loodraam Dutch, Flemish
- herdenken Dutch, Flemish
- indenken Dutch, Flemish
- kruispuntdenken Dutch, Flemish
- marktdenken Dutch, Flemish
- meedenken Dutch, Flemish
- nadenken Dutch, Flemish
- overdenken Dutch, Flemish
- portierraam Dutch, Flemish
- raam Dutch, Flemish
- raamloos Dutch, Flemish
- raamwerk Dutch, Flemish
- toedenken Dutch, Flemish
- uitdenken Dutch, Flemish
- verdenken Dutch, Flemish
- vrijdenker Dutch, Flemish
- wensdenken Dutch, Flemish
- denken Middle Dutch
- rame Middle Dutch
- denki Sranan Tongo
- raam
- denker
- denken
- dakraam
- diaraam
- denktank
- raamwerk
- indenken
- raamloos
- deurraam
- nadenken
- bedenken
- gedenken
- denkbaar
- toedenken
- verdenken
- uitdenken
- denkpiste
- meedenken
- herdenken
- aandenken
- doordenken
- wensdenken
- vrijdenker
- overdenken
- denkrimpel
- marktdenken
- portierraam
- achterdenken
- kruispuntdenken
- glas-in-loodraam