bloempot
Dutch (Brabantic)
/ˈblum.pɔt/
noun
Definitions
- A flowerpot, (solid) container in which (flowering) plants are grown
Etymology
Compound from Dutch, Flemish bloem (flower) + Dutch, Flemish pot (pot, jar, vessel, chamberpot, loo, container, fund).
Origin
Dutch (Brabantic)
pot
Gloss
pot, jar, vessel, chamberpot, loo, container, fund
Concept
Semantic Field
Food and drink
Ontological Category
Person/Thing
Kanji
鍋
Emoji
🍯 🍲 🫕 🫖
Timeline
Distribution of cognates by language
Geogrpahic distribution of cognates
Cognates and derived terms
- Bloemendaal Dutch, Flemish
- bloem Dutch, Flemish
- bloembak Dutch, Flemish
- bloembed Dutch, Flemish
- bloembinder Dutch, Flemish
- bloemblad Dutch, Flemish
- bloembol Dutch, Flemish
- bloemdier Dutch, Flemish
- bloemencorso Dutch, Flemish
- bloemenkrans Dutch, Flemish
- bloemenkwekerij Dutch, Flemish
- bloementuin Dutch, Flemish
- bloemenvaas Dutch, Flemish
- bloemenveiling Dutch, Flemish
- bloemist Dutch, Flemish
- bloemkelk Dutch, Flemish
- bloemkool Dutch, Flemish
- bloemlezing Dutch, Flemish
- bloempap Dutch, Flemish
- bloemperk Dutch, Flemish
- bloempotkapsel Dutch, Flemish
- bloemrijk Dutch, Flemish
- bloemstuk Dutch, Flemish
- bloemtuin Dutch, Flemish
- bloemvaas Dutch, Flemish
- brompot Dutch, Flemish
- damastbloem Dutch, Flemish
- doofpot Dutch, Flemish
- fooienpot Dutch, Flemish
- gemeenschapspot Dutch, Flemish
- goudsbloem Dutch, Flemish
- grondbloem Dutch, Flemish
- hutspot Dutch, Flemish
- kapsel Dutch, Flemish
- knalpot Dutch, Flemish
- knorrepot Dutch, Flemish
- koffiepot Dutch, Flemish
- kookpot Dutch, Flemish
- likkepot Dutch, Flemish
- lollepot Dutch, Flemish
- muurbloem Dutch, Flemish
- nachtpot Dutch, Flemish
- oppotten Dutch, Flemish
- paardebloem Dutch, Flemish
- paardenbloem Dutch, Flemish
- paasbloem Dutch, Flemish
- pinksterbloem Dutch, Flemish
- pisbloem Dutch, Flemish
- pispot Dutch, Flemish
- pot Dutch, Flemish
- potboef Dutch, Flemish
- potlood Dutch, Flemish
- potplant Dutch, Flemish
- pottenbakker Dutch, Flemish
- potteus Dutch, Flemish
- potvis Dutch, Flemish
- spaarpot Dutch, Flemish
- stamppot Dutch, Flemish
- tarwebloem Dutch, Flemish
- theepot Dutch, Flemish
- zonnebloem Dutch, Flemish
- *bʰleh₃- Proto-Indo-European
- bloeme Middle Dutch
- pot Middle Dutch
- blom Afrikaans
- pot Afrikaans
- bromki Sranan Tongo
- pot
- bloem
- potvis
- kapsel
- pispot
- knalpot
- kookpot
- potboef
- hutspot
- doofpot
- potteus
- brompot
- theepot
- potlood
- lollepot
- bloemist
- likkepot
- bloembed
- bloempap
- potplant
- stamppot
- oppotten
- bloembol
- spaarpot
- pisbloem
- bloembak
- nachtpot
- fooienpot
- knorrepot
- paasbloem
- bloemblad
- koffiepot
- bloemkelk
- bloemperk
- bloemstuk
- muurbloem
- bloemtuin
- bloemdier
- bloemvaas
- bloemrijk
- bloemkool
- tarwebloem
- goudsbloem
- zonnebloem
- grondbloem
- Bloemendaal
- bloemlezing
- bloemenvaas
- bloementuin
- paardebloem
- damastbloem
- bloembinder
- bloemencorso
- paardenbloem
- bloemenkrans
- pottenbakker
- pinksterbloem
- bloempotkapsel
- bloemenveiling
- gemeenschapspot
- bloemenkwekerij