Windhoek
Dutch (Brabantic)
[ˈʋɪnt.ɦuk]
proper noun
Definitions
- Windhoek (city/capital city in Namibia)
Etymology
Compound from Dutch, Flemish wind (wind, fart, greyhound, draft) + Dutch, Flemish hoek (corner, angle, area, hook).
Origin
Dutch (Brabantic)
hoek
Gloss
corner, angle, area, hook
Concept
Semantic Field
Spatial relations
Ontological Category
Person/Thing
Kanji
隅
Emoji
Timeline
Distribution of cognates by language
Geogrpahic distribution of cognates
Cognates and derived terms
- Windhoek English
- Achterhoek Dutch, Flemish
- achthoek Dutch, Flemish
- benedenwinds Dutch, Flemish
- bergwind Dutch, Flemish
- bovenwinds Dutch, Flemish
- buikwind Dutch, Flemish
- driehoek Dutch, Flemish
- föhnwind Dutch, Flemish
- glooiingshoek Dutch, Flemish
- groothoeklens Dutch, Flemish
- hellingshoek Dutch, Flemish
- hoek Dutch, Flemish
- hoekbal Dutch, Flemish
- hoekbank Dutch, Flemish
- hoekig Dutch, Flemish
- hoeksnelheid Dutch, Flemish
- hoeksteen Dutch, Flemish
- hoektand Dutch, Flemish
- hoekversnelling Dutch, Flemish
- hoekwant Dutch, Flemish
- invalshoek Dutch, Flemish
- leeuwenhoek Dutch, Flemish
- rechthoek Dutch, Flemish
- rugwind Dutch, Flemish
- rukwind Dutch, Flemish
- stijgwind Dutch, Flemish
- straathoek Dutch, Flemish
- tegenwind Dutch, Flemish
- uithoek Dutch, Flemish
- veelhoek Dutch, Flemish
- vijfhoek Dutch, Flemish
- wervelwind Dutch, Flemish
- wind Dutch, Flemish
- windenergie Dutch, Flemish
- winderig Dutch, Flemish
- windhaak Dutch, Flemish
- windhaan Dutch, Flemish
- windhandel Dutch, Flemish
- windhandelaar Dutch, Flemish
- windhond Dutch, Flemish
- windhoos Dutch, Flemish
- windkracht Dutch, Flemish
- windkruis Dutch, Flemish
- windmolen Dutch, Flemish
- windpark Dutch, Flemish
- windrichting Dutch, Flemish
- windroos Dutch, Flemish
- windschade Dutch, Flemish
- windscherm Dutch, Flemish
- windvaan Dutch, Flemish
- windvlaag Dutch, Flemish
- windwaarts Dutch, Flemish
- windwak Dutch, Flemish
- windwijzer Dutch, Flemish
- zeshoek Dutch, Flemish
- zonnewind Dutch, Flemish
- Виндхук Russian
- Windhoek Portuguese
- ウィントフック Japanese
- Վինդհուկ Armenian
- hook Indonesian
- spoelhoek Indonesian
- hoec Middle Dutch
- wint Middle Dutch
- wind Afrikaans
- 溫得和克 Chinese
- 빈트후크 Korean
- winti Sranan Tongo
- wind
- hoek
- hoekig
- rugwind
- hoekbal
- rukwind
- zeshoek
- uithoek
- windwak
- bergwind
- windhaak
- achthoek
- vijfhoek
- windhoos
- hoektand
- hoekwant
- windvaan
- veelhoek
- föhnwind
- windroos
- driehoek
- windhaan
- windpark
- buikwind
- winderig
- windhond
- hoekbank
- rechthoek
- hoeksteen
- windmolen
- stijgwind
- zonnewind
- windvlaag
- tegenwind
- windkruis
- invalshoek
- straathoek
- windscherm
- Achterhoek
- windkracht
- windwijzer
- windschade
- bovenwinds
- windhandel
- wervelwind
- windwaarts
- leeuwenhoek
- windenergie
- hellingshoek
- windrichting
- hoeksnelheid
- benedenwinds
- glooiingshoek
- groothoeklens
- windhandelaar
- hoekversnelling